k#t k@t

Stappen de mannen vanmorgen om tien uur binnen voor een bakkie, horen ze Benito klagend miauwen. ” Zit die kat op het dak”, vraagt René. ” Ja, ik wordt er gek van. Hij zit al heel de tijd te gillen”, antwoordt Patricia. De katten vinden het heerlijk om op het dak te ravotten. Vandaar de Nederlandse bijnaam ‘dakhazen’ voor onze viervoeters. Benito en René hebben een soort ritueel dat hij zich door René, die dan op een bankje klimt, van het dak laat tillen. Dus René naar buiten. Geen kat op de overkapping. Hij roepen, geen Benito. Om het huis heen lopen en roepen, nog steeds geen Benito te zien. Hij weer naar binnen waar Patricia en Ramon verklaren dat hij nog steeds zit te miauwen. ” Misschien zit hij wel met zijn poot ergens in vast”, oppert Patricia. “Kut Kat”, moppert René terwijl hij een trapleer gaat halen.

Schuifelt René op zijn slippers over het dak, geen kat. ” Hij zit nog steeds te mauwen” wordt er vanuit huis geroepen. “Maar niet hier”,  reageert René al redelijk geïrriteerd. Wordt er even later geroepen dat Ramon hem al heeft gevonden. Komt René als een lopend vraagteken naar binnen en is natuurlijk nieuwsgierig waar die k#t k@t dan uiteindelijk zat. Barsten de andere twee in schaterlachen uit en roepen tegelijk; ” In Ramon zijn kamer “. René werd steeds gïrriteerder waardoor Patricia en Ramon nog harder moesten lachen, tranen over hun wangen. Toen hield René het niet meer en deed met hen mee. Deze actie had een hoog gehalte van de brandweer bellen omdat een kat niet uit een boom zou kunnen. Als de spuitgast dan op zijn uitschuifladder bijna bij de kat in nood is, klimt de kat behendig als een eekhoorn langs de boomstam naar beneden. René moet zich hier op  La Palma maar aanmelden bij de vrijwillige brandweer. Hij lijkt uitermate veel aanleg voor het vak te bezitten.