knuffel duitsers
Na weer eens genoten te hebben van koffie en thee met , naar onze mening, het lekkerste moccatoetje op La Palma bij restaurant Los Almendros boven Santa Cruz, ging René binnen even afrekenen. Terwijl hij een foto maakt van het manenschaap met mondkapje dat aan de muur hangt, krijgt hij veel humoristisch commentaar van de Palmeros in de bar. Op weg naar San Andres komen we vlak bij de replica van het schip van Columbus, de Santa Maria, langs de oceaan. Zegt René dat de oceaan zulke fraaie kleuren heeft door zijn polaroid bril. “Zonder bril ook”, lacht Patricia. Dat werd dus even verplicht poseren bij het water voor de smurf. Iets waar ze gek op is, maar niet heus.
Ons plan was om in barranco del Agua bij San Andres te gaan wandelen. Zelfs ondanks het feit dat het water in de bovenloop van de barranco wordt opgevangen doet de barranco del agua ook beneden vlak bij de oceaan nog steeds zijn naam eer aan. Het zompige pad is soms net een beekje. Een boer met terreinauto moest vaart houden om niet stil te komen staan. Hij was dan ook zichtbaar blij dat deze ‘toeristen’ hem ruimbaan gaven. In de beneden loop van deze barranco groeit veel yam, olifantsoor. Later in de zomer loop je in de schaduw onder de reusachtige bladeren van deze giftige maar eetbare plant(de knol). Nu in de vroege lente waren de bladeren nog maar net groot genoeg om Patricia een redelijke immitatie van Dombo het vliegende olifantje te laten doen. Lijkt best wel, toch ?
Komen we beneden in de barranco in een bocht een drietal toeristen tegen. René begint hysterisch naar de man te wijzen met zijn hand voor zijn mond terwijl hij roept dat de man geen mondkapje op heeft. (René natuurlijk ook niet). Maar de Duitse meneer verstaat geen Spaans. Wanneer één van zijn twee gezelschapsdames, die Italiaanse is, het vertaalt, schiet de man hartelijk in de lach. We raken aan de praat met het drietal en zij blijken net als wij de hele corona hysterie te vervloeken. De Duitse dame vertelde dat sommige goede bekenden van haar met opzet aan de overkant van de straat gaan lopen om haar beslist maar niet te hoeven groeten. René vraagt of ze bang van hem is. Want anders is hij wel genegen om haar een knuffel te geven. Even wordt er verbaasd gekeken maar even later staan we elkaar allemaal innig te knuffelen. Grote hilariteit, maar voelde wel goed. Een dikke middelvinger naar al die angsthazen met hun mondkapjes die niet werken. Sterker nog, alleen maar slecht voor je blijken te zijn.
Gelukkig dat we de auto van Tries boven aan de barranco op de parkeerplaats van de fraaie begraafplaats van San Andres hadden staan. Mocht het een inschattingsfout zijn geweest en het loodje leggen aan covid 19 of één van de talloze varianten kunnen we hier wel blijven. Er was nog plek aan de oceaankant zagen we, fantastisch uitzicht als je zo lang moet liggen. “Dan moeten ze mijn hengels ook maar in dat graf leggen voor de zekerheid”, stelde René. Terwijl we parkeren bij bar Miami voor een stevige recht toe recht aan maaltijd, parkeert de boer die we beneden in de barranco waren tegengekomen naast ons en drukt ons een aantal enorme sinaasappels in onze handen. Op het terras bleken ook onze knuffelduitsers te zijn beland. Toen ze vertrokken kwamen ze nog even bij ons tafeltje langs om te vertellen dat onze ontmoeting beneden in de kloof hen ongelofelijk goed had gedaan. Dat was wederzijds.