Flora op La Palma. Natuurlijke beregening door de Canarische pijnboom op La Palma.
Aan de westkant van La Palma regent het alleen maar af en toe, gedurende de maanden oktober tot mei. Toch staat er gedurende de droge zomermaanden in de bossen van alles in bloei. Dit met dank aan de canarische pijnboom en de vochtige berg- en zeewinden die ‘s nachts de waterdamp door de kruinen van deze bomen voeren. Het vocht dat overdag in de warme lucht wordt opgenomen komt zo weer via deze reusachtige dennenbomen in de vruchtbare grond terecht. Je hoeft op La Palma immers maar ergens een emmer water leeg te gooien en er begint iets te groeien. Of zoals een vriend van ons eens zei: ” Je moet uitkijken dat je een spa hier niet te lang in de grond laat staan,want anders gaat hij wortelschieten.” De canarische den heeft extreem lange naalden en dat is zijn geheime wapen. Langs deze naalden condenseert het vocht in de lucht en druppelt naar beneden. Hierdoor geniet niet alleen de boom zelf van dit water maar ook allerlei soorten ondergroei. Door dit kunstje kan deze reuzenkerstboom overleven in warme gebieden met extreem weinig neerslag, tot wel minder dan tweehonderd milimeter per jaar. De canarische den is altijd al zeer geliefd geweest vanwege zijn goede, harde en duurzame hout. Door intensieve boskap bezigheden in het verleden zijn er echter haast geen extreem grote exemplaren meer. Maar deze Canarische den kan wel tot zestig meter hoog worden met een stamdiameter van twee meter vijfenzestig. Doordat o.a. in Californië, Zuid Afrika en Australië deze den veel als sierboom werd geïmporteerd, groeien ze daar nu door natuurlijke uitzaaiing ook in het wild. Leuk te zien is dat op het moment van schrijven van dit stukje onze tuin in mist is gedompeld. Het is een warme week in augustus met temperarturen van tegen de dertig graden. Maar door de dauw druppelt het water van het dak. Dit betekent dat het in de bossen in de bergen onder de pijnbomen nu flink ‘regent’. Zo blijft La Palma ook in de zomer ‘het groene eiland’.
Op de zelfde dag sleetje rijden in de bergen en zwemmen bij een strand op La Palma.
Niet lang geleden reden we nog met de fiets over de hoogste top van La Palma, El Roque de Los Muchachos met zijn 2426 meter. Als je dan badend in de zon die rood witte markeringsstokken aan weerskanten van de weg ziet staan, kun je haast niet geloven dat die nodig zijn. Maar dat zijn ze wel. Het sneeuwt lang niet alle jaren op La Palma en vaak blijft de sneeuw dan maar heel even liggen. Maar een enkele keer als het geregend heeft, dus hoog in de bergen gesneeuwd, en de hogere luchtlagen zijn kouder, dan blijft de sneeuw liggen. Dan is heel La Palma onrustig. Iedereen wil weten of de weg er naar toe al open is. Het kan namelijk wel eens even duren eer dat zo is. Maar is er dan toegang naar de sneeuw, is er geen houden meer aan. Je komt die dagen op het hoogste punt van La Palma allemaal bekenden tegen die o.a. op body-surfplankjes en vuilniszakken de hellingen afglijden. Wij hebben echter een echte oer Hollandse slee. Tijdens het laden van de verhuiscontainer in Nederland duwden onze helpers als grap iedere keer weer die slee in René zijn handen. Waarop hij licht gestrest riep: “Wat moet ik nu met een slee op La Palma”. De slee ging uiteindelijk onder grote hilariteit als laatste de container in en kwam er in La Palma dus als eerste weer uit. Maar we hebben de slee inmiddels al diverse malen gebruikt. Dan gaan we diezelfde dag na het sleeën op de terugweg uit de bergen, vaak nog wel even zwemmen bij een strandje. Want dat kan natuurlijk wel op La Palma. Sleetje rijden in de bergen en zonnebaden op het strand op de zelfde dag.
Sterrenkijken op La Palma. Hobbytelescoop voor doe-het-zelf-amateurs op La Palma.
De kinderen waren op zomerkamp geweest in de bergen. Eén van de zaken die hen bijzonder had aangesproken was een lezing van een sterrenkundige. Ze hadden Mars, Venus, Jupiter etc. kunnen bewonderen door diverse telescopen. De kraters op de maan hadden ze gezien. Ja zelfs zonnevlekken hadden ze voorzichtig mogen bekijken. Ze waren het er over eens dat Ramón, die bijna jarig was, een telescoop voor zijn verjaardag zou vragen. Tja, als je op La Palma woont waar vanwege de heldere lucht het grootste sterrenwachtcentrum van Europa staat, moet je toch haast wel een telescoop in huis hebben. Om te oefenen hoe je moest richten en om wat ervaring met de verschillende afstelknoppen te krijgen werd besloten om de nieuwe aanwinst eerst eens bij daglicht te testen. De bergtop van de Pico de Bejenado in het nationale park achter onze tuin was oefenobject. Kijken of we de wandelaars op de top kunnen zien. Na eventjes prutsen aan diverse knoppen, roept René enthousiast: “Ongelofelijk wat een telescoop, ik kan zelfs de nerven in de bladeren duidelijk onderscheiden!” Terwijl hij dit zegt komt er een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht en kijkt hij nog eens door de telescoop en schiet onbedaarlijk in de lach. Op de top van de berg staan namelijk alleen maar pijnbomen met naalden, lastig om daar dan de nerven in de bladeren van te kunnen onderscheiden. Hij had de telescoop gewoon te laag afgesteld en had bladeren boven de vijver op nog geen vijftien meter afstand in beeld. Ach ja, alle begin is moeilijk.
Fauna op La Palma. Vrolijke musicanten in iedere vijver en watertank op La Palma.
Als we het over kikkers hebben moeten we altijd terugdenken aan Ivo, één van onze eerste gasten. Ivo kwam ‘even’ La Palma rondfietsen. Ivo deed koerierswerk per fiets in Amsterdam. Hij noemde zich de koning van de trambaan. Gezien zijn turbodijen, was daar waarschijnlijk niets van gelogen. Maar ‘even’ La Palma rondfietsen was toch een ander verhaal. Op een gegeven moment vertelt Ivo ons heel opgewonden dat hij een kikker heeft gehoord in de tuin. “Ja joh”? ; antwoordden wij quasi verbaasd. Een paar dagen later komt hij uitgelaten naar ons toe en roept dat hij gelijk had en dat er inderdaad een kikker in de vijver bij zijn huisje zit. Wij kwamen niet meer bij. Tja, Ivo kwam uit Amsterdam. Op La Palma zitten namelijk in vrijwel alle watertanken en vijvers kikkers. Zelfs in het riviertje in de Barranco de Las Angustias dat uit de Centrale Krater richting zee stroomt, zitten volop kikkers. Wanneer wij in het voorjaar in Los Llanos hebben gegeten en we komen door de wijk Retamar naar huis lopen, is het onmogelijk om niet in de lach te schieten bij het geweldige kikkerconcert dat daar gegeven wordt. Tussen de appartementen en woonhuizen staan nog diverse kleine boerenwoningen met irrigatietanken. Het geluid van de ‘amphibie musicanten’ galmt en weerkaatst tussen de huizen door de straten, geweldig ! De Iberische meerkikker is geïntroduceerd op La Palma. De kikkers hebben verschillende groen gevlekte tekeningen op de rug. In tegenstelling tot de meeste kikkers die wit zijn van onderen heeft de Iberische meerkikker een bruine tekening op de buik. De groene streep op de rug is bij de mannetjes vooral in de paartijd fel groen. Wat opvalt is dat de kikkervisjes bijna net zo lang zijn als een volwassen kikker. Je zou verwachten dat daar een reuzekikker uit zou opgroeien. Maar nee, het kikkervisje krimpt richting een gewoon klein kikkertje om daarna weer groter te groeien. Patricia heeft wel eens zo’n kikker gekust, hopend op een prins. Helaas, het is maar een sprookje.
Vakantie vieren in luxe vier sterren resort in ‘onze eigen achtertuin’ op La Palma.
Zelfs als je in het paradijs woont wil je er wel eens eventjes tussen uit. Als we daar dan behoefte aan krijgen, pakken we één of meerdere nachten een hotel op ons eigen eiland La Palma. Want laten we eerlijk wezen. Voor het weer, strand, bergen, bossen, gezellige terrasjes of restaurantjes hoeven we niet van het eiland af. Bovendien zijn we bereikbaar voor de gasten die in onze eigen vakantiehuizen hun vakantie vieren. Maar je wil gewoon af en toe wel eens lekker nietsen, voor zover René die kunst dan beheerst. En je lekker laten verwennen zonder zelf te hoeven koken. Heerlijk toch? Onderlaatst zijn we naar Hotel Princess La Palma in het zuiden van het eiland geweest. Het is zonder twijfel het mooiste resort op La Palma. Fantastische tuin, mooie architectuur, luxe kamers, schitterende zwembaden, heerlijk eten… kortom een fantastisch hotel. Maar hoe komt het dan dat het er zo rustig is. Het hotel kent vanaf het begin een dramatisch slechte bezettingsgraad. Ze kunnen waarschijnlijk alleen overleven dankzij de andere hotels van deze keten op andere Canarische eilanden, die het wel druk hebben. Wij hebben echt kritisch gekeken of er andere zaken zouden kunnen zijn waardoor dit hotel het zo rustig heeft. Maar de enige reden die wij kunnen bedenken is de lokatie. Die is vreselijk slecht voor mensen die er op uit zouden willen om zelf regelmatig wat te ondernemen. Het hotel staat echt op de slechts denkbare lokatie van La Palma voor actief La Palma publiek. Het bevindt zich overal te ver vandaan. Er is in de weide omgeving werkelijk niets. Geen dorpje, geen strand, geen bossen, geen restaurantjes. Dan krijg je dus publiek dat werkelijk niets zou willen ondernemen. Alleen op hun ligbed bij het zwembad vertoeven en om de paar uur naar de eetzaal. Oh ja, en natuurlijk vanaf het eerste uur onbeperkt licht alcoholische drankjes naar binnen gieten. Dan krijg je het publiek wat je er inderdaad voornamelijk aantreft. Engelsen met all-inclusief polsbandjes.
Wandelen op La Palma. De rondwandeling GR130, traject Barlovento – Los Sauces
Het vergt misschien even wat moeite om de signalering GR 130 boven in Barlovento te vinden. De route voert eerst tussen de verspreid staande huizen het dorp uit. Maar dan sta je ook ineens in een overweldigend groene omgeving. De wandeling naar Los Sauces gaat afwisselend over wandelpad en asvaltweggetjes. Na eventjes klimmen bereik je al snel Montaña de La Questa. Vanaf hier gaat het over een ongelofelijk steil weggetje met lintbebouwing, met de naam Las Cabezadas, naar beneden richting het brede ravijn Hoya Grande. Je vraagt je af wat de mensen vroeger heeft bezielt om zich hier te vestigen. Het lijkt wel een skischans. Waarschijnlijk de aanwezigheid van water en vruchtbare grond. Boven aan deze barranco van de Hoya grande gaat de wandeling weer verder over het oude koningspad. Je daalt af via een soms zompig pad langs de noordwand van deze barranco. Op de natste plekken wordt de giftige yam-plant, met zijn grote bladeren, verbouwd voor consumptie. Aan de andere kant voert het pad langs de steile wand omhoog naar Los Sauces. Dit deel van het koningspad is geplaveid met kleine basaltstenen van de kustlijn. Boven gekomen wandel je direct het rijke Los Sauces binnen. In vroegere tijden hadden de rijke kooplieden uit de hoofdstad Santa Cruz de La Palma hier hun buitenhuizen. Misschien nog wel. In vijf minuten loop je naar de gezellige Plaza de Montserrat in het centrum van Los Sauces.
El Puerto de Tazacorte; Het plekje met de meeste uren zonneschijn van heel Europa.
Jaren zijn wij op zoek geweest naar een plek op aarde met een iets prettiger klimaat dan het Nederlandse. Maar naast het klimaat moesten ook andere zaken goed aanvoelen om je ergens te willen vestigen. Wanneer we op vakantie gingen hadden we van te voren o.a. via de neutrale organisatie Touristiek zoveel mogelijk uitgezocht over een bestemming. Met militaire stafkaarten of satelietopnames gingen we dan op ‘vakantie’. Er was immers nog geen internet en dus ook geen Google Earth. Zo’n vijftien jaar geleden kwamen we voor het eerst op La Palma. Via een lastminute, om even wat vitamine E op te doen en de batterijen weer op te laden. We hadden ons helemaal niet verdiept in onze bestemming. We wilden gewoon even naar de zon. We hadden een pakketreis met een appartement aan de oostkant van het eiland geboekt. Wisten wij veel. De dag na aankomst op La Palma vertrokken we vanuit een druilerig en regenachtig Villa de Mazo voor een rondrit over het eiland via het noorden. We konden niet stellen dat het weer er beter op werd. Na een aantal uren ‘sightseeing achter ruitenwissers’ werd het in Tijarafe aan de westkust eindelijk droog. Een half uur later in Puerto de Tazacorte aangekomen vielen onze monden open van verbazing. Zon, strakblauwe lucht en een heerlijke temperatuur. Pratend met een lokale visser begreep René dat diens vader een appartement verhuurde. Daar hoefden we niet lang over na te denken. We zijn gelijk gebleven. Pas de volgende dag de koffers opgehaald bij het andere appartement. Aan de eigenaar verteld dat we een appartement hadden gehuurd aan de westkant. “Ah, in de zon” zei de beste man. Wij waren waarschijnlijk niet de eersten die verhuisden naar de westkant van La Palma. Nu wonen we al bijna negen jaar op La Palma, maar nog steeds verbazen we ons over het unieke klimaat in het Aridane dal in het algemeen en Puerto de Tazacorte in het bijzonder.
Flora op La Palma. Koningin van de nacht. Klimcactus opent ‘s nachts haar bloemen.
Het eerste jaar dat we op La Palma woonden kwam Coen langs om ons te helpen en een beetje vakantie te vieren. We wisten dat hij van sporten en vogels hield. Niet dat tuinieren ook een passie van hem was. En we hadden zeker geen idee van zijn bezieling voor cactussen. Hij was dan ook helemaal lyrisch dat er in onze botanische tuin een aantal cactussen stonden die alleen ‘s nacht bloeiden. Dus dat was ‘s nachts op een trap en foto’s maken van deze schitterende grote bloemen. De grootste en mooiste bloem was die van de klimcactus met de toepasselijke naam ‘Koningin van de nacht die in het duister slecht enkele uren haar bloemen opent. Van de week was er één van onze gasten ook weer helemaal gelukkig dat hij foto’s had kunnen maken van deze bijzondere bloem. Er zijn botanische tuinen die speciaal ‘s nachts hun deuren openen als de ‘Koningin van de nacht’ in bloei komt. In onze botanische tuin doen we dat niet. Die is er slechts voor onze gasten die er logeren. Het enige wat zij moeten doen is de wekker zetten of wat langer opblijven om deze schitterende bloemen te kunnen bewonderen. De koningin van de nacht (Selenicereus grandiflorus) komt oorspronkelijk voor in Mexico, Jamaica, Cuba en Haïti. Daar wordt de bloem voornamelijk bestoven door nachtvlinders en vleermuizen. Hier op La Palma gebeurt dat ook door bijen zoals op de foto te zien is. Op koele zomerochtenden met veel dauw, is de de bloem ook tijdens het eerste uurtje daglicht nog in goede doen. Als het dan even later lichter en warmer wordt verdort de bloem in sneltrein vaart en valt op de grond. Wie mooi wil blijven sterft immers jong.
Wandelen La Palma. Rondwandeling GR130 van Los Franceses naar Barlovento
Naar onze mening kun je dit traject van de GR130 het best beginnen in Los Franceses. Dit in verband met de mogelijk lange wachttijd op de bus aldaar. Er is in Los Franceses afgezien van rust, helemaal niets, geen bar geen restaurant. Mocht je dan net de bus gemist hebben, duren die twee uur wachten op de volgende bus wel lang. Niet dat Barloventa bruist. Maar daar zijn in ieder geval wel de nodige horeca gelegenheden en een redelijk grote supermarkt. Onderweg kom je al na de eerste barranco door het rustieke dorpje Gallegos. Het is de moeite waard om hier in een bar de lokale sfeer van het noorden te proeven en (met handen en voeten) wat te socializen met de Palmeros. Voor deze laatsten toch altijd weer een belevenis om bezoekers in hun afgelegen dorp te ontmoeten. De laatste keer dat wij dit deel van de GR130 rondwandeling liepen, werd ons weer het verschil tussen de lokale bevolking en een toerist duidelijk. Wij volgden vanzelfsprekend het oude koningspad. Boven ons over de doorgaande weg, enige kilometers voor Barlovento, liep een krasse kromgegroeide dame van dik zeventig jaar, gelijk met ons op. Diep voorovergebogen, met in haar rechterhand een stok en haar linkerhand op haar rug met daarin stevig een boodschappentas geklemd, arriveerde deze ‘taaie tante’ gelijktijdig met ons in Barlovento. De tourist zoekt de mooiste route, de eilandbewoner de makkelijkste. Mocht je nog energie over hebben bij het bereiken van Barlovento kun je de wandeling over het koningspad desgewenst nog twee uur voortzetten naar Los Sauces. Dit deel door een stukje uitbundig groen ‘binnenland’ heeft weer een totaal andere sfeer dan het zojuist afgelegde traject langs de noordkust.
Wilde flora op la palma. Overlevingskunstje van de vijgencactus.
De vijgencactus die op La Palma is ingevoerd vanuit Midden Amerika is een echte overlever. Staat ergens een vijgencactus, dan zal die daar waarschijnlijk tot in de lengte der dagen daar blijven staan. Of anders in ieder geval nazaten er van. Grote droogte, bosbrand arme grond, vrijwel niets kan deze taaie rakker om zeep helpen. Sterker nog, door schijven of delen daarvan van de moederplant af te hakken en gewoon ergens op de grond te gooien, help je deze survival specialist alleen maar. De op de grond liggende schijven trekken zich onder invloed van de zon hol. Hierdoor komt het middelste gedeelte van het deel cactus zo dicht mogelijk bij de grond te liggen. Aan deze onderzijde groeien vervolgens wortels een tijdje later gevolgd door een jong schijfcactusje wat aan de bovenkant ontstaat. Dit proces kan wel een jaar duren. Al die tijd overleeft dit stuk cactus door de vochtige gelei in het blad. Deze cactussen kunnen wel vijf meter groot worden. De oudere delen van de cactus verworden in de loop der jaren tot een bruine houtachtige stam.
Fauna op La Palma. De Makario Gekko op La Palma is een echte zeereiziger geweest.
DNA onderzoek heeft uitgewezen dat de Makario gekko afkomstig is uit Noord Afrika. Deze soort heeft tussen de zeven en zeventien miljoen jaar geleden vanuit het Afrikaanse continent, de oversteek gemaakt naar de westelijke Canarische eilanden. Al dan niet via de dichter bij de kust gelegen oostelijke eilanden. Maar hoe dan ook, bijna vijfhonderd kilometer op een drijvende tak of andere vegetatie is toch een hele zeereis te noemen. Maar wat dan te denken van de neef van onze ‘La Palma Gekko’ de Neotarentola. Deze ondersoort reisde op dezelfde manier zo’n twintig tot drieentwintig miljoen jaar geleden vanuit Noord Afrika helemaal naar Cuba. Een reis van meer dan zesduizend kilometer. De Makario gekko’s hebben zich op vrijwel alle Atlantische eilanden tot verschillende soorten ontwikkeld. De gekko op La Palma komt verder alleen maar voor op buureiland Tenerife. Deze gekko’s kun je op La Palma veelvuldig tegenkomen vanaf zeeniveau tot op een hoogte van achtienhonderd meter. Ze voelen zich thuis in rotsachtige omgeving, struikgewas, muren in landbouwgebieden en in huizen. Bijna ieder huis op La Palma herbergt wel één of meerdere van deze insectenetertjes. In de nachtelijke uren zie je ze vaak langs muren of ondersteboven hangend aan het plafond, op zoek naar een smakelijk mugje of spinnetje. Dat ondersteboven hangen kunnen ze overigens niet door behulp van zuignapjes aan de poten. Want die hebben ze niet. Ze hebben geen zuignapjes onder hun pootjes maar vele duizenden kleine haartjes, die alle richting op staan. Dit werkt als een soort super klittenband. Indien deze beestjes in het bezit van zuignapjes geweest zouden zijn, hadden ze tegen glas op kunnen klimmen. Dat kunnen ze echter niet. Tijdens één van de eerste vakanties op La Palma van opa Wim kon hij ‘s morgens telkens nog net op tijd een gekko van de verdrikkingsdood redden uit zijn glas appelsap op het nachtkastje. De gekko’s hebben een kenmerkende aanstekelijke lach. Het is net alsof ze je uitlachen.
De Romeinen noemden de Canarische eilanden Insulae Canariae, Hondeneilanden.
In tegenstelling tot wat velen denken zijn de Canarische eilanden niet naar de kanarie genoemd, maar andersom. Deze gekleurde zangvogeltjes hebben hun naam gekregen door de eilanden waar ze oorspronkelijk van afkomstig zijn. De Romeinen noemden de eilanden Insulae Canariae (Hondeneilanden). Want toen de Romeinen op de Canarische eilanden arriveerden, troffen ze volgens de overleveringen, daar massa’s uitzonderlijk grote honden aan. Deze honden werden door de lokale bevolking voornamelijk gebruikt voor het drijven van vee. De verhalen dat ze door de plaatselijke stammen gebruikt werden voor oorlogsvoering, zou kunnen en klinkt natuurlijk erg spannend. Maar daar is echter, voor zover weten, nooit enig bewijs voor gevonden. Nog altijd bestaan er een aantal specifieke Canarische hondenrassen. Eén van deze rassen zou wel eens deels af kunnen stammen van de honden die de eilanden hun naam bezorgd hebben. De Presa Canaria, of Dogo Canario zoals dit Canarisch hondenras ook wel genoemd wordt, is een indrukwekkende gespierde hond die 60 kilo zwaar kan worden. Onze persoonlijke ervaringen met deze honden met hun karakteristieke koppen op La Palma is tot zover zeer goed. Ze zijn over het algemeen heel rustig en evenwichtig. Maar ja als je over een dergelijk fysiek beschikt, hoef je je niet zo druk te maken om jezelf te bewijzen zoals al die kleine vuilnisbakjes doen die je bij veel huizen op La Palma tegenkomt. Overigens is het huidige Spaanse woord voor hond ‘ perro ‘ maar het oud Spaanse woord was ‘can’ en het bestaat nog steeds in het familiaire taalgebruik in de betekenis van een ‘vuilnisbak’of straathond.
‘De Benahoares, de eerste bewoners van La Palma, kwamen uit het Atlas gebergte.’
Er is nog niet officieel vastgesteld waar de eerste bewoners van La Palma, de Benahoares, vandaan kwamen. Er zijn tal van theoriën, maar geen enkele is tot nu toe bewezen. Totdat dit wel zo is mag een ieder dus zijn eigen veronderstellingen hierover als waarheid beschouwen. De bewoners van de Canarische eilanden werden Guanches genoemd. Alleen de eerste bewoners van La Palma noemden zich anders; Benahoares naar hun eiland dat ze Benahoare noemden. Na een tijdje als een soort hobby op het net te hebben gespit naar informatie zijn wij tot de volgende slotsom gekomen. De eerste bewoners van La Palma waren Berbers uit de pre-islamitische tijd uit het Atlasgebergte. Er zijn daar sporen gevonden van stammen die dezelfde kenmerken hadden als de eerste bewoners van La Palma. Lange mensen, blauwe ogen en blond haar. Misschien dat later de bezoekjes van Noormannen deze genen, al dan niet vrijwillig, nog iets versterkt hebben. Ook zijn er optekeningen uit de Romeinse tijd van Berberstammen uit het Atlasgebergte die Canarii genoemd werden vanwege de indrukwekkende honden die ze hadden. Canis betekend hond in het Latijn. De Romeinen noemden de eilanden Insulae Canariae, Hondeneilanden, vanwege de massa’s uitzonderlijk grote honden die er voorkwamen. Er is bekend dat er in de Magreb in Noord Afrika, waar het Artlas gebergte toe behoort, in die tijd bootjes van riet gemaakt werden. Met dergelijke bootjes zijn de berbers waarschijnlijk, telkens met de andere eilanden steeds als tussenstation, uiteindelijk op La Palma terecht gekomen. Wel is het vreemd dat toen de Spanjaarden op de eilanden arriveerden, de oorspronkelijke bewoners van La Palma geen enkele vorm van scheepvaart kenden. Het zou natuurlijk kunnen dat door het ontbreken van riet op de eilanden, de kunst van het bouwen van rieten bootjes verloren is gegaan. Het zou ook mogelijk zijn dat de Berbers als opvarenden van handelsboten van bijvoorbeeld Feniciërs op de eilanden terecht zijn gekomen.
Vlinders op La Palma, Vulkaan Atalanta of Canarische Atalanta vlinder op La Palma.
De Vulkaan Atalanta is een endemische dagvlinder op De Canarische eilanden en madeira. Voorheen ging men er van uit dat het een ondersoort was van de Indische Atalanta. Maar Sinds 1992 wordt ze erkend als een op zich zelf staande soort. Zij staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Niet zozeer doordat bedreiging echt aan de orde is maar omdat het verspreidingsgebied van deze vlinders zo beperkt is dat de kleinste verandering aan haar habitat dit wel heel snel zou kunnen veroorzaken. Deze vlinders komen op La Palma voornamelijk voor in laurierbossen maar ook in parken en in onze botanische tuin. De volwassen exemplaren eten o.a. de bloesem van laurierbomen. De belangrijkste waardplant is de brandnetel. De vliegtijd voor deze vlinders is op La Palma het hele jaar.
Wandelen op La Palma. Rondwandeling Los Sauces – Barlovento – Los Sauces.
Een mooie afwisselende rondwandeling in het noordoosten van La Palma is die van Het centrum van Los Sauces via het waterbekken van La Laguna de Barlovento, terug naar Los Sauces. Deze wandeling begin je op het gezellige centrale plein in het centrum van Los Sauces. Volg de doorgaande weg richting in noordelijke richting voorbij het benzinepompje. Waar de doorgaande weg naar rechts afbuigt ga je in de bocht de brede asfalt weg rechtdoor omhoog. Boven ga je rechts en zie je de rood-witte markering van de gr 130 al op de muur geverfd. Een klein stukje verder ga je links de trap af en volg je verder de duidelijke markering van de gr 130. Dit stuk van het oude koningspad vinden wij persoonlijk één van de best bewaarde delen van de ‘Camino Real’. Over een met zorg geplaveid pad daal je af in een diepe kloof om aan de andere kant het pad weer omhoog te volgen. Na ruim vier kilometer krijg je aan je rechterhand het begin van het met geelwit gemarkeerde en bewegwijzerde wandelpad prlp 7.1 Dit wandelpad bregt je door wisselend agrarische en beboste omgeving naar het waterbekken en recreatiegebied van La Laguna de Barlovento. Hier heb je een restaurant en picknick gebied met eettafels en bbq faciliteiten. De prlp 7.1 volgt nog even het waterbekken westwaarts om dan via een dijkje van rode aarde het bos in te duiken. Vanaf hier voert het pad via laurier bos en de dichtbegroeide en donkere baranco de La Herradura terug naar het centrum van Los Sauces. Deze wandeling is redelijk pittig met het nodige klimmen en dalen. Toch zal deze rondwandeling voor de meeste mensen goed te doen zijn. Je moet er gewoon genoeg tijd voor uittrekken, een uur of zes. Teruggekomen in het gezellige centrum van Los Sauses is er een keuse uit barretjes en terrasjes waar je weer op krachten kunt komen onder het genot van lokale gerechten.
Flora op La Palma. De Canarische wolfsmelk, Euphorbia canariensis, is geen cactus.
De plant op bovenstaande foto is geen cactus maar een wolfsmelk. Cactussen komen van nature alleen in Amerika voor. De Euphorbia (wolfsmelk )is een plantenfamilie die uit Afrika afkomstig is. Er zijn meer dan tweeduizend verschillende soorten wolfsmelk. De Euphorbia Canariensis is endemisch voor de Canarische eilanden. Deze plant houdt van de ruige kustzones tot een hoogte van maximaal elfhonderd meter. De meeste soorten wolfsmelk verliezen bij beschadiging een wit soort rubberachtig sap dat vooral in huidwondjes knap irriterend kan zijn. Het sap van de Canarische wolfsmelk is geen uitzondering en eveneens behoorlijk giftig. De stronken van deze bladerloze plant zijn licht stekelig en bijna vierkant van vorm. Op de hoeken en de top van de stronken groeien de rijen roodbruine bloemen. De Canarische wolfsmelk kan 3 meter hoog worden en vormt op sommige, anders kale, rotswanden uitgestrekte verticale velden groen.
Vakantiehuizen op la palma , Villa Merluza.
Het uitzicht van de buren.
We waren nog volop bezig het park op te knappen toen we, onafhankelijk van elkaar, door twee buren die op de tegenoverliggende berghelling wonen, benaderd werden. Zij bedankten ons hartelijk voor hun steeds mooier wordende uitzicht. Daar bedoelden ze onze botanische tuin dus mee. Wat waren we trots. We liepen laatst te struinen door het dal onder onze tuin. Toen we even omhoog keken, snapten we wat onze overburen bedoelden. Het park wordt nog steeds ieder jaar kleurrijker. Inmiddels wonen we niet zelf meer in het huis op de foto, Villa Merluza. Het wordt tegenwoordig verhuurd aan gasten. We zijn er nog steeds vol van dat we dit plekje op aarde gevonden hebben en er onze wortels geplant hebben. Dat dit gevoel maar altijd zo speciaal mag blijven en dat het niet iets vanzelfsprekends zal worden.
Vogels op La Palma. De Canarische vink of Kanarie op La Palma.
Al in 77 na Christus meldde de Romeinse encyclopedist Plinius de Oudere al dat er op de Canarische eilanden veel vogels voorkomen, en daar moeten hoogstwaarschijnlijk de voorouders van onze kanaries tussen hebben gezeten. De kanarie is vernoemd naar de Canarische Eilanden, en niet andersom. Het dier waaraan de Canarische eilanden hun naam aan danken was niet het populaire geel-groen gekleurde zangvogeltje, maar de hond (canis in het Latijn). Het is niet helemaal duidelijk wie uiteindelijk verantwoordelijk is geweest voor de export van deze kleine zangers. Feit is dat er al in de 15de eeuw een levendige handel in canarios ontstond. Door alleen mannetjes uit te voeren slaagden de Spanjaarden er lange tijd in deze handel tot Spanje te monopoliseren. Maar zoals kanariekwekers weten zijn er bij hoge uitzondering ook vrouwtjes die eruitzien en zingen als mannetjes. Volgens de overlevering viel zo’n vrouwtje op een gegeven moment in handen van een oplettende en ondernemende priester. Hoe het ook zij, na Spanje veroverde de kanariehandel Italië en van daaruit de rest van Europa. Vooral de Duitsers ontwikkelden zich tot zeer bekwame kanariefokkers. Kanaries uit het Harzgebergte (zogeheten Harzerkanaries) stonden bekend vanwege hun enorme zanglust. Al in de 18de eeuw onderscheidde men bij kanaries 28 verschillende ‘kleurslagen’. Op La Palma is er nog steeds een groep lokale bewoners zeer intensief met hun vogeltjes bezig. Hopend op het kweken van de mooist zingende en fraaist gekleurde kanarie ooit.
Wandelen op La Palma. El Gran Camino GR 130; Fuencaliente – Montes de Luna
Rondwandeling Fuencaliente – Montes de Luna – Fuencaliente .
Je begint de wandeling in het centrum van Fuencaliente en via de GR131. Na ongeveer anderhalve kilometer kruis je de GR130 die je volgt richting Mazo, Montaña las Toscas. Dit deel van de rondwandeling GR130 is een prettig en makkelijk deel. Het loopt voornamelijk door een open bos met verspreid staande Canarische dennen en wat ondergroei. Bij Montes de Luna gaat de GR130 over in asfalt. Hier kunnen we maar één advies geven: OMDRAAIEN !!! Een kleine kilometer ten zuiden van Montes de Luna, gaat een onverhard pad omhoog en brengt je via tal van haarspeldbochten naar een brede piste. Hier sla je linksaf richting zuiden en heb je de keus deze piste te volgen totdat je weer de GR131 kruist die je volgt naar het startpunt. Ondanks dat deze brede piste helemaal geen ongezellig wandelpad is, kun je ook na het bereiken van deze brede piste, besluiten nog even wat verder te klimmen. Zevenhonderd meter zuidelijk van waar je op de brede piste bent gekomen gaat het lokale verbindingspad SL FU 110 naar rechts en naar boven. Dit paadje brengt je ook naar de GR131 en dan loop je over wat intiemere wandelpaden terug naar het begin punt. Tijdens deze wandeling heb je bij helder weer regelmatig zicht op de grote zus van La Palma, Tenerife.
Flora op La Palma ; Ik weet het nietjes.
Ik weet het nietjes.
Gisteren kwamen de mensen, die de afgelopen veertien dagen Merluza gehuurd hadden, ons gedag zeggen. Helemaal lyrisch waren ze over La Palma in het algemeen en over onze tuin in het bijzonder. Ontelbare mooie foto’s hadden ze gemaakt gedurende deze vakantie. Natuurlijk wilden we er een aantal zien, nieuwsgierig als we zijn. Inderdaad, de mensen konden wel fotograferen. Mocht ook wel met een camera zoals zij gebruiken, de crème de la crème op het gebied van fotograferen. Op een gegeven moment vraagt René: ” Waar heb je die gemaakt ? Kijken de mensen hem verbaasd aan en antwoorden: “Naast ons huis in jullie tuin”. Er was de nodige uitleg nodig eer René besefte om welke bloemen het ging. Hij had ze er notabene zelf geplant. De officiële naam is Alstroemeria, maar wij noemen haar voortaan ‘Ik-weet-het-nietje.
Fauna op La Palma. De Canarische Guanche sprinkhaan. Sphingonolus guanchus.
Wij hebben in de tuin op het grasveld diverse soorten sprinkhanen. In het Engels worden sprinkhanen ‘grasshoppers’ genoemd, in het Spaans ‘saltamontes’ (bergspringer) Laatst kwamen we, inderdaad in de bergen, een compleet anders gekleurde sprinkhaan tegen.Toen we probeerden te achterhalen wat voor soort het was, leek dat aanvankelijk nog een hele klus te zijn. Dat het om een veldsprinkhaan soort ging was niet zo moeilijk te achterhalen. Dat kan je zien aan het gepantserde lichaam en zeer goed ontwikkelde achterpoten. Door met die achterdijen langs de voorvleugels(veldsprinkhanen hebben vier vleugels) te wrijven gaan de voorvleugels trillen en veroorzaken het kenmerkende tjirp-geluid. Maar welke veldsprinkhaan is het dan. Wereldwijd zijn er duizenden soorten. Ook de Afrikaanse treksprinkhaan die tijdens hun tochten grote schade aanricht aan landbouwgewassen is een veldsprinkhaan. Deze veelvraten komen ook een enkele keer op de Canarische eilanden terrecht. in 2004 hadden voornamelijk de oostelijke eilanden met deze treksprinkhanen plaag te maken. Maar dan weten we nu nog steeds niet de naam van onze vrolijke ‘bergspringer’. Uiteindelijk bleek het, door wat te ‘googelen’, helemaal niet zo moeilijk te zijn om de juiste naam te achterhalen. Het gaat om de Sphingonotus guanchus, of te wel de Canarische Guanche sprinkhaan. Vernoemd naar de eerste bewoners van de Canarische eilanden. Deze soort komt alleen op de Canarische eilanden voor en is pas in 1985 voor het eerst geldig gepubliceerd. Deze sprinkhaan staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten. We kwamen tijdens het ‘googelen’ wel een flink aantal ‘sprinkhaan recepten tegen, maar dit is (nog) niet de oorzaak van de bedreigde status van deze Guanche sprinkhaan. Dat komt vooral door het zeer kleine verspreidingsgebied van de soort.
Wandelen op La Palma. Route der vulkanen GR131. El Pilar – Fuencaliente.
Als je de meeste reisgidsen over La Palma moet geloven is de Route der Vulkanen één van de ‘highlight’ van het eiland. Vreemd genoeg hadden wij zelf (nog) niet dat gevoel. Natuurlijk het is een hele mooie wandeling, maar we konden ons niet echt vinden in die euforie die sommigen mensen hadden over deze wandeling. Bovendien is het een wandeling voor de winter. En dan moet je het treffen dat je zicht hebt en niet te veel wind. In de zomer is het soms te warm en ga je door je hoeven door de hoeveelheid water die je mee zou moeten dragen. Tegenwoordig zijn we echter helemaal verliefd op deze vulkaanroute. We wandelen hem regelmatig in de zomer. Ja inderdaad, in de zomer. Maar dan wel ‘s nachts bij volle maan. De temperatuur is tijdens zulke nachten een zaligheid. Je hoeft niet zoveel water mee te sjouwen en de sfeer is heel speciaal. Alles heeft in het maanlicht een groen-grijze gloed. Het maanlicht is zo fel dat als je tijdens een beklimming per ongeluk recht in de maan kijkt, je weer even tijd nodig hebt om aan het donker te wennen. Het maanlicht veroorzaakt ook scherpe schaduwen, vergelijkbaar met de zon. De volle maan standen komen altijd heel gunstig uit. Precies de middennachtelijke uren staat de maan recht boven La Palma. We hebben voor de zekerheid hoofdlampjes bij ons. Deze gebruiken we eigenlijk alleen maar af en toe tijdens het eerste en laatste deel van de wandeling, als je wat meer in de schaduw loopt. Aan het begin in de bossen bij El Pilar, als de maan nog niet helemaal recht boven ons en achter de Pico de Birigoyo staat. En het laatste stuk als we weer tussen de pijnbomen boven Fuencaliente terecht komen en de maan al weer wat lager staat. Wij beginnen de route der vulkanen altijd in El Pilar. De eerste pauze nemen we dan vlak voor de Pico Nambroque. Hier is een punt vanaf waar je zowel de lichtjes van Los Llanos in het Aridane dal aan de west zijde van La Palma ziet als de verlichting van de hoofdstad Santa Cruz aan de oost kant van het eiland. Een stukje verder tijdens de wandeling, op de top van de vulkaan La Deseada(1945 meter), volgt alweer de tweede stop. Dit is het hoogste deel van de wandelroute en vanaf hier kun je als er niet teveel vocht in de lucht zit, de lichtjes van de bergdorpjes van buureilanden Tenerife, La Gomera en El Hierro zien. Ondanks al deze stops zijn we altijd veel te vroeg in Fuencaliente en proberen we op een provisorisch matras van dennennaalden nog even wat slaap te pakken, voordat we de eerste bus van zeven uur naar huis nemen.
Geologie van La Palma. Dikes, verticale aardlagen van stollingsgesteente op La Palma.
Wandelend op het vulkanische La Palma kom je af en toe verticaal uit het landschap oprijzende rotsplaten tegen. Het is net of die zo uit de bodem omhoog geduwd zijn. Deze rotsplaten van basalt worden dikes genoemd (dykes in het Engels). Het internationale woord is inderdaad afgeleid van ons Nederlandse ‘dijk’. Een dike is een verticale opening of scheur in de aardkorst die wordt gevuld met magma. Een dike staat altijd haaks op de horizontale aardlagen die de dike omgeven en altijd ouder zijn dan de dike zelf. Dikes kunnen soms wel kilometers lang zijn. Op La Palma kun je ze goed zien in diep uitgesleten barranco’s en in de steile kustwanden. De dikes die als verticale platen in een contrasterend landschap staan zijn de overblijfselen van grotere verhogingen in het landschap. De zachtere gesteentes die zich rond de dikes bevonden zijn echter weggeërodeerd zodat alleen het hardere gestolde magma (op la Palma basalt) over is gebleven.
Het wonder La Palma, met haar vele verschillende microklimaten.
In Nederland waren wij er aan gewend dat de koppen van de Zeeuwse eilanden vaak ander weer hadden dan de rest van de eilanden en het achterland. Maar zo groot als de weersverschillen zijn tussen gebieden die vlak naast elkaar liggen op La Palma, blijft ons verbazen. Toen wij kort geleden de rondwandeling van La Palma via de GR130 hebben gemaakt, werd ons weer eens duidelijk hoeveel verschillende microklimaten er wel niet zijn op zo’n klein eiland. Via dit rondwandelpad blijf je min of meer op een gelijke hoogte van om en nabij de vijfhonderd meter boven zeeniveau. Maar zelfs dan zie je nog grote verschillen in vegetatie, dus klimaat, tussen de ene barranco en de daarop volgende. Maar er zijn ook zelfs verschillen tussen de ene kant van een barranco en de tegenoverliggende wand. Verbazingwekkend! Dan zullen we het maar niet hebben als je je verplaatst van zeeniveau naar de bergen of van oost naar west en van zuid naar noord. Met al haar klimaatsverschillen lijkt La Palma wel een beetje op een continent op zich. En dat voor een eilandje met een oppervlakte van net zevenhonderd vierkante kilometer. Zo zien we het soms in de bergen vlak acher onze tuin stevig regenen en schijnt bij ons gewoon de zon. Zo heeft de natuur het broodnodige vocht en wij onze vitamine D. Fantastisch toch?
Openbaar vervoer op La Palma. Busschema op La Palma. Met de bus La Palma rond.
Het openbaar op La Palma is goed geregeld en goedkoop. De twee belangrijkste knooppunten (busstations) zijn die van Los Llanos en Santa Cruz. Zolang je niet één van deze stations passeert blijft één en hetzelfde buskaartje geldig. Zelfs wanneer je op een andere bus bent overgestapt om op de plaats van bestemming te komen. Er worden, met name in de afgelegen gebieden met smalle kronkelweggetjes, kleinere bussen ingezet waar je dan o.a. in Punta Gorda en Barlovento op over moet stappen. Bewaar dus goed je kaartjes. Die zijn ook in de kleinere bus geldig en worden omgeruild voor kaartjes voor het vervolg traject. Je kunt voor twee euro het halve eiland rond. (€1,60 met kaart)Via onderstaande link kun je de verschillende routes en bijbehorende tijden bekijken. Kijk goed naar de bijgevoegde tekens voor de uitzonderingen op de dienstregeling.Voor het samenstellen van wandelingen die geen rondwandelingen zijn, is de busdienst vaak een uitkomst. Voor diegenen die veel gebruik zullen maken van de bus, is het raadzaam een kaart (tarjeta) voor een bepaald bedrag aan te schaffen bij de chauffeur. Hiermee krijg je op de toch al belachelijk lage prijzen, nog eens 20 % korting. Onze vakantiehuizen liggen vlak bij een bushalte. Inmiddels maken wij zelf ook steeds vaker gebruik van de bus om wandelingen samen te stellen. Je hoeft zelf niet te rijden en je ziet vanuit de bus veel meer van de omgeving. Neem wel voorzorgen tegen wagenziekte. Dus bij voorkeur voorin zitten en meekijken met de chauffeur, als je er gevoelig voor bent.
http://transporteslapalma.com/transportes/Ingles/index.htm
Wandelen op La Palma. El Gran Camino. Wandelroute GR130 Los Franceses-Garafia.
Eén van de mooiste delen van de Grote wandelroute GR130 op La Palma vinden wij het stuk van Los Franceses naar Santa Domingo de Garafia. Als de lokale bewoners het over dit oude koningspad hebben, noemen ze dit wandelpad die de dorpjes onderling verbindt ‘El Gran Camino’. Mocht je dit deel van de eiland-rondwandeling willen maken, is het volgens ons het makkelijkst om te beginnen in Los Franceses. Of je gaat helemaal met de bus naar Los Franceses of je parkeert je huurauto in Garafia en laat je met de bus verder brengen naar Los Franceses. De reden hiervoor is dat het moeilijk te plannen is hoe lang je precies over de wandeling zult doen. Mocht je de route andersom lopen en in Franceses eindigen is dat wat minder comfortabel als je de bus net hebt gemist. Die gaat om de twee uur en er is geen restaurant of bar om even lekker na te genieten van de mooie wandeling die je zojuist gemaakt hebt. In Garafia zijn echter een aantal leuke barretjes en restaurantjes waar je op een prettige manier op de bus kunt wachten. Vraag aan de buschauffeur te stoppen vlak voor het punt waar de bus in Los Franceses door het nauwe steegje moet. Daar is rechts van de weg ook een openbare waterpomp. Een klein stukje terug duikt het wandelpad al voorzichtig een barranco in. Maar het echte werk begint een kliometer verder als je afdaalt naar de gezamenlijke monding op zee niveau van de Barranco de La Traviesas en de Barranco de la Cruz del Rio Hombre. Voordat het pad zich over de rand stort, richting de in de diepte zichtbare bedding, heb je mooi zicht op het daarna te volgen pad omhoog richting El Tablado. Normaal gesproken nemen wij niet zoveel pauzes tijdens een wandeling en zeker niet als we nog maar net begonnen zijn. Maar beneden in de bedding is het haast niet mogelijk om er weerstand aan te bieden. Of je nu wilt of niet, hier moet je gewoon een tijdje genieten van de omgeving en rust. Want rust is er zeker tijdens deze wandeling naar Garafia. Je komt vrijwel geen mens tegen. Een aantal jaren geleden kwamen we tijdens deze wandeling af en toe nog lokale bejaarde bewoners tegen. Die zijn waarschijnlijk inmiddels overleden. De huizen staan er nog maar je ziet werkelijk geen mens. Het Noorden van La Palma is bezig om in vrij snel tempo uit te sterven.
Parapente op La Palma. Het maken van een duosprong bij Puerto Naos op La Palma.
La Palma is een walhalla voor parapenters. Van heinde en ver komen ‘piloten’ naar La Palma om de unieke omstandigheden hier mee te maken. Regelmatig worden er nationale en internationale wedstrijden gehouden. Tussen september en april zijn de meteorolgische omstandigheden voor parapente het best. Het is altijd een lust voor het oog om de kleurige schermen met hun bestuurders eronder over de bergen en oceaan te zien scheren. Er is in Puerto Naos een parapente club die de mogelijkheid biedt om een tandemvlucht te maken. Gekoppeld aan een gediplomeerde tandempiloot kun je dan zelf ervaren wat het is om vrij als een vogel door de lucht te zweven. Er zijn twee mogelijkheden. Een korte kennismakingsvlucht met de start op 240 meter boven zeeniveau en een vlucht langs de kliffen. Of een langere vlucht over pijnboombossen en de Jedey vulkaan na een ‘take-off’ op 940 meter boven zeeniveau. Beide vluchten eindigen op het strand van Puerto Naos.
Fauna op La Palma. De typische geiten van het Canarische eiland La Palma.
Toen de Spanjaarden op La Palma arriveerden, waren er al geiten. De lokale bewoners, de Benahoares, waren voornamelijk geitenhoeders. Als wij achter ons huis door de bergen zwerven, komen we af en toe herders tegen op zoek naar een vermiste geit. Regelmatig wordt ons dan gevraagd of wij misschien het betreffende dier zijn tegengekomen. Verbazingwekkend dat zo’n geitenhoeder uit al die beesten uit zijn los door de bergen zwervende kudde, kan vaststellen welke hij mist. En dat hij er af en toe ééntje mist moet wel. We komen in de barranco’s regelmatig de kadavers en skeletten van naar beneden gestorte geiten tegen. Dat kan ook niet anders als je ziet over wat voor steile hellingen en rotswanden deze ‘vierwiel-drives’ lopen. En of dat nog niet gevaarlijk genoeg is, lopen de jonge bokken op zulke linke plekken nog ruzie te zoeken ook en met de koppen tegen elkaar te rammen. Soms zie je ook dat de leider van de groep bij een punt komt dat zelfs deze evenwicht kunstenaars op hun dunne pootjes niet verder kunnen. Helaas, de volgers achter in de groep hebben daar geen weet van en duwen gewoon door. De leider moet alles op alles zetten om niet door zijn eigen kudde over de rand geduwd te worden. Dat zal waarschijnlijk niet altijd lukken. In een poging om de kenmerkende eigenschappen van de typische La Palma geit te determineren is in 2004 met hulp van herders en veeartsen een onderzoek gehouden onder een representatief aantal van de dertigduizend geiten op La Palma. De geiten werden onder verdeeld naar kleur vacht (31 soorten), vorm van de hoorns, lengte van het haar, bouw en karakter. Inderdaad er is haast geen geit hetzelfde. Dus is het dan wel een beetje te begrijpen hoe een vakman als een herder die de hele dag met zijn beesten bezig is, weet wanneer er eentje ontbreekt.
Snorkelen op La Palma. Kleurige vissen, 10-potigen en ongewervelden op La Palma.
Ondanks dat wij ons duikbrevet hebben, hebben we nog nooit gedoken op La Palma. Tenminste als je de keer buiten beschouwing laat dat René bij Joost een duikfles heeft gehuurd om zijn sleutelbos uit de haven op te duiken. Wij hebben onze Padi diploma’s gehaald op de Malediven en verder altijd in dergelijke oorden gedoken. Waarschijnlijk zijn we een beetje verwend. In Nederland woonden we op een steenworp afstand van één van de populairste duikstekken van de Oosterschelde. Maar ook daar hebben we nooit met flessen op ons rug in het water gelegen. Het mag duidelijk zijn dat we geen fanatieke duikers zijn. Snorkelen doen we echter wel graag. Op La Palma zijn vrijwel geen fraaie kleuren van koraal en zachtkoraal. Maar kleurige vissen en andere zeedieren zijn er wel volop. Het voordeel van snorkelen is dat je dat in ondiep water doet waardoor er nog geen kleuren verloren gaan. Zelfs het rood, welke kleur het eerste verdwijnt als je dieper gaat, is bij het snorkelen nog gewoon zichtbaar. La Palma heeft, zeker op plaatsen waar geen stranden in de buurt zijn, kristal helder water. Op het moment dat je je hoofd onderdompelt waan je je in een tropisch aquarium. René moet zich er iedere keer dat we zijn wezen snorkelen, ervan weerhouden om een zeeaquarium te bouwen. Onze kinderen konden snorkelen voordat ze fatsoenlijk hadden leren zwemmen. Dit was een grote stimulans voor sommige van onze gasten om even door te zetten met leren snorkelen. Zij hadden soms het gevoel dat ze niet veel verder kwamen dan de oceaan leeg drinken. Maar als ze dan die twee ukkies met hun snorkels door het water zagen flitsen was dat het duwtje in de rug om even door te zetten. Vergeet je overigens niet goed in te smeren met een waterbestendige zonnebrandcreme. Je kunt namelijk gruwelijk verbranden in het water.
Flora op La Palma. Cactusvijgen – Tunos – Higos Picos
Cactusvijgen zijn de vruchten van o.a. de cactussoort Opuntia ficus-indica. Waarbij indica niet staat voor India maar Las Indias (Amerika). Daar, met name uit Mexico, komen deze cactussen oorspronkelijk vandaan. De vruchten worden op Tenerife Higos Picos genoemd, stekelvijgen. Hier op La Palma heten ze tunos, gelijk aan hoe ze in veel plaatsen in Zuid-Amerika genoemd worden. Nog steeds worden ze veel gegeten op het eiland. Maar ze zijn tegenwoordig niet meer zo belangrijk als een aantal generaties geleden. Het zijn ook redelijk bewerkelijke vruchten eer dat je ze stekelvrij in je mond kunt stoppen. Toen wij hier net woonden, Ramon was nog geen twee, vondt hij een fraai gekleurde tuno in de tuin. Nadat hij hem opgepakt had, heeft Patricia redelijk veel werk gehad de harige stekels met weerhaakjes met een pincet uit het kleine handje te krijgen. De lokale bevolking heeft speciale trukjes om die ellende van die stekels te vermijden. Ze plukken de vruchten met een hele lange houten tang. Dan verzamelen ze de vruchten op een vlakke ondergrond en vegen met een bezem over de vruchten. Daarna pakken ze de vruchten één voor één vast in een dubbelgeslagen stuk karton en borstelen ze de tunos nog een keer na. Om ze te eten snij je de kopse kanten er van af. Daarna snij je de schil in de lengterichting in en klap je die naar twee kanten weg. Nu kun je het vruchtvlees zo uit de schil happen. De kleine pitjes die erin zitten zijn eetbaar. De tuno smaakt een beetje naar een zoet-lichtzure peer. Tijdens wandelingen in de bergen kom je regelmatig wilde tunos tegen. Deze zijn dieprood van kleur en kleiner. Ondanks dat je niet goed voorbereid bent kan je toch niet de verleiding weerstaan om er een aantal te eten. Zeker als er gasten bij zijn en je je een beetje stoer voor wilt doen als een soort survival expert. Je bent toch altijd weer de klos. Je eindigt toch elke keer weer met die haast onzichtbare stekels in vingers, lippen en tong. Ja toch, René ?
Wandelen op La Palma. Rondwandeling bij Pared Vieja op La Palma.
Als wij het hebben over wandelen bij Pared Vieja bedoelen wij eigenlijk meer het barbecuen dan het wandelen. Pared Vieja is een klein recreatiegebied gelegen onder, en vaak in, de nevel van de wolkenwaterval, die iets hoger over de graat van de bergrug stroomt. Het is een heerlijk sfeervol gebied iets ten oosten van El Pilar. Terwijl het in het grote recreatie en bbq gebied van El Pilar vaak zonnig, stoffig en druk is, is het bij Pared Vieja meestal bewolkt, koel en rustig. Als je door de weeks gaat zijn er vaak maar weinig tot geen andere mensen. Pared Vieja is van alle bbq gebieden die er zijn in de bergen van La Palma, voor ons favouriet. Je moet voor de zekerheid wel warme kleding mee nemen. En ondanks dat er altijd een stapel hout klaar ligt, sprokkelen wij dit onderweg zelf aan onze (de zonnige) kant van de bergrug. Anders heb je alleen maar rook i.p.v. vuur. De bbq’s en tafels bij Pared Vieja bevinden zich in de deels open huisjes. Dit geeft een heerlijke intieme sfeer en indien nodig kunnen de grootste koukleumen zich comfortabel warmen aan het vuur. Voor en na het eten wandelen we dan wat in de omgeving. Als Pared Vieja in de nevels ligt maken we meestal de kleine bewijzerde rondwandeling die rondom het recreatiegebied is uitgezet. Mocht onverhoopt de zon schijnen maken we een wandeling over de horizontale Pista de los Lomos. Dit brede pad loopt voornamelijk door dicht laurierbos en ligt grotendeels in de schaduw.
Zomer op La Palma. Zonsondergang aan de westkust van la Palma.
Zomervakantie op La Palma. Voor de Palmeros begint het strandweer pas als de schoolvakanties beginnen. Ineens lopen de stranden ‘vol’ met de lokale bevolking. Tot begin september hebben de Palmeros de overhand op het aantal westerse toeristen op het strand. Iedereen kent iedereen. Het is dus niet alleen bakken, maar vooral ook ‘socializen’. Een gezellige boel. Er zijn ‘zomers’ook een beperkt aantal Spaanse touristen van het vaste land en de andere eilanden. Je herkent ze meteen. Die zijn veel nadrukkelijker aanwezig dan de Palmeros. De Palmeros zien dan ook liever Europese bezoekers dan hun overzeese landgenoten als gast op hun eiland. Wij zelf gaan meer in de winter naar het strand dan in de zomer. Wat we wel graag doen in de zomer is, of in de vroege ochtend of ‘s avonds nog even naar een strand om een beetje te zwemmen en misschien nog een sundowner te nemen op een terrasje. Als in september de scholen weer beginnen, is het voor de Palmeros ineens weer gedaan met het strandleven. Van de ene op de andere dag is het over met de uitjes naar het strand. De toeristen hebben de stranden vrijwel weer voor zich zelf alleen. Verbazingwekkend. Al dan niet naar het strand gaan voor de Palmero wordt niet bepaald door het weer maar door de kalender.
Sporten op La Palma. Het systeem van ‘promoción’. Sport voor iedereen.
In Spanje hebben de gemeenten een potje voor ‘promoción’. Dit houdt in dat er een systeem is waardoor alle kinderen gratis gebruik kunnen maken van sportfaciliteiten. La Palma heeft, in verhouding met de rest van Spanje, altijd veel geld vrij gemaakt voor dit systeem. Meer nog zelfs dan Barcelona en Madrid. Vrijwel alle gangbare sporten kunnen beoefend worden en het kost de ouders geen cent. Vaak wordt de kleding zelfs in bruikleen verstrekt. Alleen schoeisel is voor eigen rekening. Het maakt dus niet uit of je uit een rijk of arm gezin komt. Iedereen heeft tot op zekere hoogte, gelijke kansen op sportief gebied. Blinken kinderen uit in een bepaalde sport, dan kunnen zij om door te groeien, als ze willen, lid worden van een particuliere sportvereniging of van een federatie. Waarschijnlijk mede door dit systeem hebben de Spaanse sporters het de laatste jaren zo goed gedaan. Daar zal echter wel een beetje een einde aan gaan komen. De subsidiepotjes raken leeg en er zullen afwegingen gemaakt moeten worden en prioriteiten worden gesteld. We zijn iedere keer weer verbaasd en dankbaar dat het systeem van de promoción, wel is waar in uitgeklede vorm, nog steeds bestaat. Nu valt en staat het resultaat en de ontwikkeling van jonge sporters vaak bij de trainers. De atletiek trainster van Mayra en Ramón heeft onlangs gekozen voor een baan met meer zekerheid. Dat was even slikken voor de kinderen en ouders. Ongekend wat deze dame de afgelopen twee jaar voor elkaar heeft weten te krijgen met haar groep. Als dank voor de mooie en succesvolle tijd hebben onze kids bovenstaande foto gemaakt, ingelijst en haar als afscheidskado mee gegeven.
Vogels op La Palma , Raven op het hoogste punt van La Palma
De astronomische raaf van La Palma.
Raven zijn van nature redelijk schuwe vogels. Bij het sterrenwachtcentrum op het hoogste punt van La Palma, de Roque de los Muchachos, huist echter een raaf die vrijwel handtam is. Het is vermoedelijk de meest gefotografeerde vogel van La Palma. Nu is het een feit dat de vogels op La Palma in het algemeen niet zo heel erg schuw zijn, maar deze raaf spant wel de kroon. Hij laat zich zelfs met de hand voeren. We weten niet goed hoe we deze raaf moeten plaatsen. Hij is altijd alleen. Aanvankelijk dachten we dat het de mannelijke helft van een koppeltje is dat aan de andere kant van de krater huist bij La Cumbrecita. In vogelvlucht is dat slechts 9 km en met de daar in de middag aanwezige thermiek is het slechts een kleine inspanning om de krater over te steken en langs de kraterwand verder omhoog te zweven. Maar waarom zou hij naar de Roques toegaan om eten te bedelen bij touristen als er direct naast zijn huis ook voldoende touristen zijn om te bestelen. In het gebied van El Pilar leven ook een aantal koppeltjes evenals in baranco El Torre. Maar die zien we altijd samen. Zou het dan toch zo zijn dat deze raaf door mensen is grootgebracht en daarom single en handtam is?
Naschrift ; Waarschijnlijk niet. Kort geleden tijdens een fietstocht over ‘El Roque’, werden we opgeschrikt door 2 grote schaduwen op het wegdek. Er vlogen twee raven vlak boven ons. We hadden het op dat moment echter dusdanig zwaar dat we niet veel aandacht aan ze besteed hebben. Bovendien gaf het ons op dat moment niet zo’n prettig gevoel, dat er twee aaseeters boven ons zweefden. We waren tijdens de beklimming immers al enige malen dood gegaan. Maar het was wel de eerste keer dat we meer dan één raaf waarnamen in de buurt van het hoogste punt van La Palma.
Wandelen op La Palma. Rondwandeling vanuit Puerto de Tazacorte op La Palma.
Een kuitenbijter eerste klas, anders kun je de rondwandeling bij Puerto de Tazacorte niet noemen. Het enige stukje dat vlak is zou het stukje over de weg zijn, als je die zou gebruiken. Maar dat doen we natuurlijk niet, geen asfalt. We beginnen daar waar de rivierbedding van de barranco de las Angustias onder de brug door in zee mondt. Vanaf de monding volgen we de droge rivierbedding stroomopwaarts tot onder de metalen brug die over de bedding loopt. Een klein stukje voorbij de brug kun je aan de rechterkant omhoog, de bedding uit. Als je vervolgens weer over de brug de barranco oversteekt, zie je iets naar links het recent aangelegde nieuwe traject van de GR 130 naar boven richting Tijarafe. Tijdens deze klim kruis je een aantal malen de doorgaande weg. Er is dan ook geen ontsnappen aan het verkeersgeluid hiervan. Dat is niet anders. Het uitzicht maakt veel goed. Na iedere paar minuten klimmen komt er meer La Palma te voorschijn. Eénmaal boven op de graat kruis je de andere ‘Grande Route’ van La Palma de GR 131. Volg deze GR131 links naar beneden. Onderweg kom je de ‘touristenfuik Restaurant El Time’ tegen. Hier kun je eventueel een pauze en versnapering nemen en je voorbereiden op de afdaling terwijl je geniet van het uitzicht over de Barranco de las Angustias richting de krater van de Caldera de Taburiente, het Aridane dal en de Atlantische Oceaan. Het stuk tot waar de GR131 over de rand naar beneden duikt richting het strand van Tazacorte is op zijn zachts gezegd niet het meest inspirerende deel van deze verder bijzonder mooie ‘Gran Route’. Loop je eenmaal op het oude koningspad richting zeeniveau, vergeet dan niet regelmatig stil te staan en te genieten van het uitzicht. Want dat is waar je deze wandeling voor maakt, puur voor het uitzicht. Beneden wachten de restaurantjes aan de boulevard op je.
San Borondon, spookeiland ten zuid westen van La Palma.
Vanaf de negende tot de achtiende eeuw (dus bijna duizend jaar) was in vrijwel heel Europa één van de populairste verhalen die over de avonturen van de Ierse decipel Saint Brendan de zeevaarder. Het was een soort regelrechte ‘bestseller’ in vrijwel alle Europese talen. Saint Brendan zou in het jaar 512 samen met 14 monniken een mysterieus eiland ontdekt hebben waar ze twee weken verbleven. Ze noemden dit paradijselijke eiland Saint Brendans Isle, in het Spaans Isla de San Borondon. Later kwamen er steeds vaker meldingen van waarnemingen van dit spookeiland dat zich verstopte achter een dichte nevel en daardoor maar zelden te zien zou zijn. Er wordt van uit gegaan dat Christopher Columbus in het bestaan van San Borondon geloofde. In zijn tijd verscheen San Borondon op diverse zeekaarten op ongeveer 450 kilometer ten zuidwesten van La Palma. Tot in de achttiende eeuw werden er expedities ondernomen om dit eiland te herontdekken. Alleen die nuchtere Nederlanders waren een beetje spelbrekers. In het scheepsjournaal van ‘De eerste schipvaart der Nederlanders naar Oost-Indië onder Cornelis de Houtman 1595 – 1597′ staat vermeld dat het eiland Brandaan (San Borondon) niet bestaat. Toch hoop je stiekem nog altijd op een wonder en dat San Borondon wel echt blijkt te bestaan. En dat de sagen en rapporteringen van waarnemingen over een spookeiland ten zuidwesten van La Palma toch waar blijken te zijn. Tegenwoordig wordt het verhaal over dit mystieke eiland wat afgezwakt en wordt er beweerd dat wat je ziet en op een eiland lijkt, de reflectie van La Palma zou zijn. Ben echter bang dat zelfs ook dit niet waar is. Volgens mij zijn het gewoon twee wolkenbanden achter elkaar, gecombineerd met een flinke dosis fantasie. Maar het is wel een mooi verhaal, toch?
Zeeschildpadden bij La Palma. De onechte karetschildpad (caretta caretta).
De huidige zeeschildpadden vonden hun oorsprong tussen de tien en zestig miljoen jaar geleden. Ze zijn in die tijd weinig veranderd. Van de acht soorten zeeschildpadden die werelwijd bestaan, komen er vijf voor in Canarische wateren. Drie van deze soorten zijn regelmatige verschijningen rond La Palma, meer in de zomer dan in de winter. De meest voorkomende is de hierboven afgebeelde Caretta caretta. Hier op La Palma noemen ze deze zeeschildpad Tortuga Boba of Tortuga Comun. In het Nederlands moet dit fraaie dier het doen met de ondankbare naam ‘Onechte Karetschildpad’. Beetje vreemd als je weet dat hij in het met Latijn tweemaal ‘Karet’ benoemd wordt. Ach ja wetenschappers zijn een beetje afwezig soms. De Onechte karetschildpad kan een lengte van ruim 120 cm bereiken bij een gewicht van meer dan 200 kilo. Er zijn echter exemoplaren bekend die nog veel zwaarder wogen. Het voedsel van deze ‘zeestoffel’ bestaat voornamelijk uit schelpen, krabben, vis, kwallen en zelfs zeewier. Op la Palma zijn geen legplaatsen van zeeschildpadden bekend. Wel op Fuertaventura. Daar is ook een herintroductieproject waar ze eieren van deze schildpaddensoort, die van elders gehaald worden, op een lokaal strand begraven. De grootste bedreiging voor zeeschildpadden is de mens. Drijfplastic op zee, wat door deze dieren gegeten wordt, veroorzaakt vaak een langzame dood. Daarnaast is een grote boosdoener de visserij. Veel schildpadden raken verstrikt in warnetten of haken zich zelf aan een longlijn en verdrinken. Bovenstaand exemplaar raakte verstrikt in een vislijn maar hebben we netjes kunnen bevrijden en na een fotootje weer terug in zijn/haar element geplaatst. Onechte karetschildpadden kunnen meer nog dan andere schildpadden gruwelijk gemeen bijten en dienen met de nodige voorzichtigheid benaderd te worden. Onder water bijten ze echter zelden.
Wandelen op La Palma. Wandelingen naar de top van de Pico de Bejenado.
Er zijn twee wandelpaden die naar de top van de Pico de Bejenado voeren. De eerste en oudste voert vanaf het einde van de verharde weg bij Valencia (parkeer hier je auto), over de brede Pista de Ferer naar het begin van het mooiere deel van de wandelroute. Vanaf dit punt gaat het pad prlp 13.3 haaks op de hoogtelijnen omhoog richting El Rodeo op de graat van deze gedoofde vulkaan. Vanaf deze graat heb je al regelmatig een fantastisch uitzicht in de groote erosiekrater van de Caldera de Taburiente. Voor het ultieme uitzicht moet je echter door naar de top. De andere wandelroute naar de top van de Pico de Bejenado begint bij de parkeerplaats van de Cumbrecita. Dit jongere pad biedt je vanaf het begin al regelmatig een (terugblik) in de krater. Vlak voor El Rodeo verenigt dit pad zich met de prlp 13.3 die je verder brengt naar de top. De top is tevens keerpunt van beide wandelingen. Het mag duidelijk zijn dat ieder hier rust houdt om wat bij te tanken en natuurlijk te genieten van het uitzicht. Op de top staat een kistje met daarin een soort gastenboek. Eén van de Nederlandse texten erin is ons altijd bij gebleven. “Als je de moeite neemt om je verslaving mee naar boven te dragen, neem hem dan a.u.b. ook weer mee naar beneden. “ En inderdaad, gezien het aantal bezoekers van de top die er hun lunch gebruiken, ligt er bijzonder weinig afval. Helaas vind je er wel de nodige sigarettenpeuken.
Ondanks dat de wandeling op zich al fraai is, loop je deze uiteindelijk toch voor het schitterende uitzicht vanaf de top. Let er dus op dat je deze wandeling maakt op dagen zonder wolken. Heel belangrijk is het om vroeg op pad te gaan. Dus niet je lunch maar je ontbijt op de top nuttigen. Want vaak vormen zich onder de top en/of in de krater toch in de loop van de ochtend vaak ook op heldere dagen wolken waardoor je niet volledig van het uitzich kunt genieten.
De beste wandelkaart van La Palma op toiletpapier
Er is bijna niets zo belangrijk als een goede kaart als je ergens op vakantie bent en het maximale er uit wilt halen. Heel prettig als je precies weet waar je bent en niet hoeft te gokken omdat je het met een gratis touristenkaartje moet doen. Daarom adviseren wij onze gasten dan ook om als zij hier zijn zo snel mogelijk de kaart van La Palma van de firma Freytag & Berndt van 1:30.000 aan te schaffen. Met die kaart kom je overal. Het is zelfs zo dat als je bij twijfel over de bewegwijzering de kaart raadpleegt, en die dan wel duidelijkheid biedt. Nu is die kaart helemaal niet zo duur, ongeveer tien euro. Je zou denken: ” Dat is waar voor je geld”. Helaas dat gevoel verdwijnt als je de kaart een aantal malen hebt open en dichtgevouwen, zeker in de auto. Al doe je het noch zo voorzichtig. Binnen de kortste keren begint de kaart op de vouwen al te scheuren en wordt steeds moeilijker leesbaar. Het papier is niet veel sterker dan luxe toiletpapier. Heel frustrerend als je tijdens je vakantie deze kaart in rap tempo uit elkaar ziet vallen. Na een aantal kaarten waren wij het zat. We hebben weer een nieuwe uitgave gekocht. Deze in 12 stukken van A4 formaat geknipt en geplastificeerd. Opgelost! We kunnen stellen dat onze geplastificeerde kaart-vellen, heel intensief gebruikt zijn. Vocht, wind, zweet, rugzak in-rugzak uit, het maakte allemaal niet uit. Kaarten zijn na jaren nog steeds goed leesbaar en heel. Nu moeten we echter binnenkort toch weer eens een nieuwere uitgave aanschaffen en plastificeren omdat de kaart niet meer helemaal ‘up to date’ is. Maar na zoveel jaar plezierlijk gebruik is vervanging geen punt van ergernis.
Parque municipal Antonio Gómez Felipe in Los Llanos de Aridane op La Palma.
Jarenlang hing er een bord op de buitenkant van het park. Hierop maakte de verantwoordelijke aannemer zijn excuses voor het veroorzaakte ongemak tijdens de verbouwing van het park. In onze (Nederlandse) ogen gebeurde er ook maar verdraaid weinig aan de modernisering van het park. Wij oordeelden al dat het waarschijnlijk weer zo’n subsidie project zou zijn waar bijna iedereen minder van werd, behalve één persoon. Die mening hebben we drastisch bij moeten stellen. Het oorspronkelijke stadspark bestaat al sinds 1958 en draagt de naam van de initiatiefnemer van toen. Het was een prettig ruimtelijk park met grote schaduwgevende bomen. Toen jaren geleden de verbouwing begon en die bomen gerooid werden, hadden wij zo onze bedenkingen. Allereerst werd het omheind met verticale vergroomde buizen. Jakkes! Vervolgens leek het wel of er helemaal niets gebeurde. Maar toen jaren later, de hekken eindelijk opengingen, vielen onze monden open van verbazing. KUNST in hoofdletters, iets anders kunnen we er niet van maken. Onder leiding van kunstenaars hebben werkeloze jongeren in het kader van een leerlingproject in grote mate bijgedragen aan de wonderbaarlijke schoonheid van het park. Met natuurlijke materialen zoals lava en basalt en endemische bloemen, planten, struiken en bomen hebben ze op deze 6000 vierkante meter een heerlijke sfeer weten te verwezenlijken. Wat je ook bekijkt, het laswerk, metselwerk, plantsoentjes, bestrating, alles is even mooi, en perfect in het geheel passend, gemaakt. Als mensen vragen naar zaken die ze beslist niet mogen missen tijdens hun verblijf op La Palma, vermelden wij zeker ook dit stadspark in Los Llanos tussen de doorgaande weg naar Puerto Naos en barranco Tenisca. Aangrenzend en een beetje in dezelfde opzet is er een soort luxe speeltuin.
Grotten op La Palma. Varen door de Cueva Bonita op La Palma.
Ongeveer honderd meter ten zuiden van het punt waar de grote barranco van Tijarafe (Barranco del Jorado) in zee mondt ligt de Cueva Bonita. Deze door de oceaandeining in de rotsen uitgesleten grot is een kleine toeristische attractie op La Palma. De boten die dolfijnentrips aanbieden, verzorgen ook trips naar deze grot. Bij rustig weer en weinig oceaandeining kunnen sommige boten naar binnen varen. Helemaal ongevaarlijk is deze excursie niet. Jaren geleden is een grotere boot door een oceaangolf die binnen in de grot omhoogestuwd werd, opgetild en tegen het plafond gedrukt. Dit had fatale gevolgen voor de schipper en een passagiere die bij hem op de brug zat. Op dagen dat de vis het laat af weten of als we toch toevallig in de buurt zijn, nemen ook wij af en toe deze groene route met ons bootje. Het voordeel van zo’n klein en laag bootje is dat je lekker wendbaar bent en meer marge hebt met de doorvaarhoogte. Zo gunstig zelfs dat wij soms door een ander en veel lager gat in de rotswand weer naar buiten kunnen varen. We laten de opvarenden dan wel plaatsnemen op de bodem van de boot. Je weet het immers nooit met de oceaan. Uit het niets kan er ineens een golf opduiken die veel hoger is dan de rest. Achter in de grot bevindt zich in de zomer een strandje. De mooiste tijd om een bezoekje met de boot aan de Cueva Bonita (de mooie grot) te brengen is in de winter in de namiddag. Dan dringt er door de positie van de zon ten opzichte van de grote ingang, het meeste zonlicht de grot binnen en kun je beter de verschillende kleuren onderscheiden.
Wandelen op La Palma. Rondwandelingen boven San Nicolas.
In het gebied boven San Nicolas kun je zelf een aantal rondwandelingen samenstellen. Ga je met de bus dan pak je bij het kerkje van San Nicolas wandelpad slep 107 omhoog. Heb je de beschikking over een huurauto, pak je ruim twee kilometer zuidelijker een smal asfaltweggetje omhoog dat tevens een deel van wandelpad prlp 14.1 vormt. Waar dit pad de slep 107 kruist, parkeer je de auto. Vanaf hier begint het interessante deel van de rondwandelingen. Welke rondwandeling je ook besluit samen te stellen, begin met de geel gemarkeerde prlp 14.1. Deze is namelijk vooral tijdens het eerste gedeelte erg steil en bij het afdalen daardoor soms heel lastig. Na ongeveer twee kilometer bereik je een lavastroom van de San Juan vulkaanuitbartingen uit 1949. Hier kun je afslaan voor de korte rondwandeling en via de slep 106, over een vlak pad richting zuiden en de slep 107 te wandelen om daarover terug af te dalen naar de auto. Om bij de lavastroom het begin van de slep 106 te vinden moet je even goed zoeken. Dit brede pad staat niet duidelijk gemarkeerd. Kies je voor de langere rondwandeling zoek je daar waar de lppr 14.1 de lavastroom kruist, naar het pad slep 105 dat over de lavastroom steil omhoog loopt tot aan een brede piste. Deze piste volg je zuidwaarts en bij de diepe lavapijp van Hoyo de La Sima pak je de slep 107 naar beneden richting auto.
Beide rondwandelingen zijn prettig afwisselend en het is indrukwekkend om te zien hoe de lavastroom zich een weg door het bos gebrand heeft. Bovendien kom je een keur aan endemische plantensoorten tegen die kenmerkend zijn voor dit deel van La Palma. Na de wandeling is het wel leuk om in de grot van Bodegon Tamanca te genieten van de aparte sfeer en een onvervalste La Palma maaltijd.
Wilde flora op La Palma, de Canarische den.
Vuurvaste boom.
La palma heeft één van haar benamingen ‘La Isla Verde’ voor een groot deel te danken aan de Canarische den (Pinus Canariensis). Deze den komt van oorsprong slechts voor op hoger gelegen gebieden van de Canarische eilanden. Boven de duizend meter hoogte wordt het aanzicht van La Palma sterk bepaald door de frisse kleuren van deze groen blijvende den. De extreem lange naalden kunnen wel tot 30 cm lang worden. Deze in groepjes van drie gebundelde naalden, tesamen met de wolken van de noordoost passaatwinden vormen de levenselixer van La Palma. Het vocht in de lucht condenseert langs de naalden en druppelt op de grond waar het niet alleen de wortels van de den zelf van water voorziet maar ook een gevarieerde ondergroei van struiken, bloemen en andere bomen. Op de vrijwel geheel ontboste en zeer droge Kaap Verden hebben ze met Europees geld op de noord oost hellingen van enige eilanden Canarische dennen aangeplant. En het werkt. Er vormen zich daar, door het druppelen onder deze dennen, langzaam weer bossen. De canarische den is een echte ‘surviver’. De boom kan overleven in zeer droge tot extreem natte klimaatzones. Je ziet soms grote exemplaren met hun dikke wortels aan loodrechte rotswanden gekleefd hangen of in hun ééntje midden in een zeer droge gruishelling staan. Zijn sterkste overlevingskunstje is dat hij in hoge mate bosbrand bestendig is. Van nature komen er al bosbranden op de eilanden voor. Dat is door de komst van de mens zeker niet minder geworden. De naalden, die vol hars zitten, branden als een fakkel. Hierdoor springt het vuur op dagen met wind van boom tot boom. De dikke bast en de grote hoeveelheid hars in de boom zelf beschermd de boom echter. Na een brand staan er in dat gebied alleen nog de troosteloze zwart geblakerde skeletten van deze dennen. Na ongeveer 6 maanden ploppen er echter weer vrolijke groene twijgen uit de zwarte schors tevoorschijn. Na ongeveer twee jaar (afhankelijk van de zone op het eiland) staat er gewoon weer een fraaie groene den, maar dan wel met een geblakerde stam. Sommige bomen zijn zo heet geworden dat de hars erin als het ware geëxplodeerd is. Ook deze bomen leven vaak gewoon verder, met soms zo’n groot gat in de stam, dat je er bijna door heen kunt kruipen.
Fauna op La Palma. Van monstertje tot sierlijke libel.
Als de larve van een grote libel een paar jaar in het water heeft geleefd komt het moment om voor de laatste keer te vervellen. De larve staat op het punt om volwassen te worden. Hij gebruikt zijn zes poten om langs de waterplanten omhoog te klimmen. De vleugels zie je al zitten, maar ze zijn nog niet geschikt om mee te vliegen. Boven water zoekt de larve een goed plekje om zich stevig vast te klemmen aan een plantenstengel. Hij is nu klaar om van waterdier te veranderen in een vliegend insect. De larvenhuid barst open en er komt een heel ander dier tevoorschijn. Dat dier lijkt al heel veel op een libel, maar de vleugels zijn nog steeds niet geschikt om mee te vliegen. Als de libel zich helemaal uit de larvenhuid heeft bevrijd, worden buisjes in de vleugels opgepompt met lucht en bloed. De vier vleugels worden groter en groter. Als het lichaam en de vleugels droog en hard zijn, vliegt de libel weg, op jacht naar vliegende insecten. Het enige bewijs dat overblijft van deze indrukwekkende metamorfose, is het lege omhulsel op de papyrusstengel.
Mountainbiken op La Palma. Beklimming en afdaling van ‘El Roque de los Muchachos’.
Ongetraind – Overgewicht – Overmoedig – Onvergetelijk
Samen met Lex Lugtenburg afgelopen 2 weken La Palma rondgewandeld. Op een rustdag besloten met de fiets ‘El Roque de los Muchachos’ (2426 meter) te bedwingen vanaf Garafia, de steile kant. Dit bleek een col van de buitencategorie te zijn met steigingspercentages tot 18 %. We zijn vele doden gestorven eer dat we boven waren. De afdaling was echter een zaligheid. We waren in anderhalf uur aan de andere kant weer op zeeniveau bij Santa Cruz. Voor de liefhebbers van fietsen in een mooie omgeving een stukje video.
bekijk video: http://www.vakantiehuizenlapalma.nl/home/actief/mountainbiken-op-la-palma/mountainbiken-op-la-palma.-over-de-hoogste-bergtop
Wandelen op La Palma ; Rondwandeling in barranco de la madera.
De rondwandeling lp pr 2.3 voert je door de Barranco de La Madera. Net als vele paden op La Palma, is dit pad oorspronkelijk aangelegd in het teken van waterwinning. De wandeling begint op de parkeerplaats bij het kerkje van Las Nieves. Als je de geelwitte markering volgt gaat het, na de weg overgestoken te zijn, eerst langzaam maar daarna steeds steiler bergopwaarts langs de noordhelling van de barranco. Veel te snel kom je dan langs een moerbei boom die niet alleen schaduw biedt maar in de zomer ook haar zalige vruchten. Deze boom zou je graag aan het eind van de klim, op het keer-en rustpunt, zien staan. Op dit keerpunt van de wandeling, onder de gewezen waterval, steek je over naar de zuidhelling van de barranco. Daar voert het pad tegenwoordig een stuk door een in de berg uitgehakte tunnel. Je hoeft dus niet meer met je rugzak op je buik, voetje voor voetje over een randje te schuifelen, tot het pad weer begaanbaar wordt. Na de tunnel daalt het pad langzaam terug richting Las Nieves. Daar wacht niet alleen de auto, maar ook het houtskool grilrestaurant Parilla Las Nieves voor de liefhebber. Toen wij deze wandeling voor het eerst gemaakt hadden en gasten er over vertelden, besloten die deze rondwandeling ook zelf te willen ervaren. Dat hebben ze geweten. Later in de week spraken wij deze gasten weer en vroegen naar hun ervaringen. De dame was nog steeds bezig deze wandeling te verwerken. Ze had namelijk last van hoogtevrees. “Ai nooit aan gedacht! ” Tegenwoordig informeren we eerst of gasten last hebben van hoogtevrees alvorens bepaalde wandelingen op het steile La Palma te adviseren.
Dolfijnen bij La Palma, spinnerdolfijn slaat met staart op het water
Ochtendgymnastiek van een uitslover.
In de ochtendschemer varen we temidden van een grote groep gevlekte dolfijnen als er ineens ééntje zich meerdere malen komt uitsloven door ondersteboven zwemmend met zijn staart hard te spetteren naast ons bootje. Het blijkt een spinnerdolfijn te zijn. Deze staan er om bekend dat ze zich vaak aansluiten bij groepen gevlekte dolfijnen. Vaak jagen de spinnerdolfijnen dan ‘s nachts om voedselconcurentie met de gevlekte dolfijnen te verminderen, die overdag jagen. Spinnerdolfijnen danken hun naam aan het feit dat ze als enige dolfijnen soort tijdens hoge sprongen meerdere malen om hun lengte as draaien. Ze worden ook wel langsnuitdolfijnen genoemd. Die naam spreekt ook voor zich zelf lijkt me. Het is de walvisachtige met de meeste tanden. De spinnerdolfijn is zowieso een dolfijn van uitersten. Wat betreft lichaamskleur varieert hij ook meer dan ieder andere dolfijnensoort. Over het algemeen is de rug donker grijs, de flanken licht grijs en de buik licht gekleurd. Een gelige of soms zelfs paarsachtige buik kan ook voorkomen. Bij de mannetjes is de bovenkant van de staart gekield, en soms ook de onderkant. Dit geeft hen een gunstigere krachtontwikkeling van de spieren op de staartvin. Wat waarschijnlijk de reden is dat de spinnerdolfijn de hoogste sprongen van alle dolfijnensoorten kunnen maken. Tijdens sprongen van wel drie meter spinnen ze tot zeven maal om hun lengteas. Een andere uiting van hun enthousiasme is het hard met hun staart op het wateroppervlak slaan, zoals onze kleine uitslover deed. Op la Palma noemen ze deze dolfijn Delphin acrobatico. Spinnerdolfijnen kunnen uren met boten meezwemmen. Langer dan iedere andere soort dat doet.
Wandelen op La Palma. Rondwandelingen bij de Pico de Birigoyo.
Er zijn vele wegen die naar de Pico de Birigoyo leiden. Het leuke van het gebied rond de Pico de Birigoyo is dat je er zoveel verschillende rondwandelingen kunt samenstellen. Er is een vijftal verschillende rondwandelingen te maken waarbij je de top van de oude vulkaankegel in het parcours kunt opnemen. In een uitgestrekt gebied aan de noord en westzijde van de Birigoyo is goed te zien aan het landschap dat deze gedoofde vulkaan in zijn actieve jaren een geweldige lavaregen veroorzaakt moet hebben. De grond bestaat voornamelijk uit dikke lagen zwart lavagruis ter groote van een erwt. Dit zwarte ruwe lava grind weegt haast niets en noemen ze op La Palma granzon. Het wordt veel gebruikt voor decoratie in bloemperken en tuinen. De bovenste helft van de Birigoyo zelf bestaat ook voor een groot gedeelte uit dit lava gruis. Alleen is dit gruis vreemd genoeg roodachtig van kleur. De kortste rondwandeling is meteen ook de meest avontuurlijke. Wanneer je vanaf El Pilar de GR 131 een stukje volgt richting het zuiden, wijst een bordje de weg naar de top van de vulkaankegel aan. Eerst voert dit pad je door de bosjes om vervolgens snel te steigen over het gruis richting hemel. Van iedere genomen stap zak je weer driekwart terug naar beneden. Veel (verstandige) wandelaars laten dit pad voor wat het is en nemen één van de volgende afslagen richting top. Vanaf de top heb je op wolkenloze dagen rondom een fantastisch uitzicht. De enige rondwandeling aan de oostkant van de Pico de Birigoyo is tevens de langste maar ook de meest afwisselende. Vanaf El Pilar volg je de pr lp 16 tot aan de traversa slvm 125. Deze brengt je naar de Route der Vulkanen. Hier vandaan kun je kiezen voor de ‘light’ uitvoering terug richting beginpunt over de GR 131. Of je opteert voor de intensievere wandeling over de toppen van diverse gedoofde vulkanen met als laatste de Birigoyo. Vanaf de top voert een pad je eerst over gruis en later over een brede brandgang terug richting startpunt.
Flora van La Palma ; De meloenpeer is een groente die smaakt als fruit.
Bijna iedere Palmero die een tuin bezit, geeft er de voorkeur aan om er een moestuin (huerta) van te maken in plaats van een tuin (jardin) met sierplanten. Die laatsten kosten immers alleen maar geld. Ben je ergens op visite dan word je vaak volgestouwd met wat er op dat moment rijp is. Zo komt Ramón van de week terug van een vriendje met een rugzak vol meloenperen (Solanum muricalum). De meloenpeer is de vrucht van een lage kruipplant en hangt net boven, of op de grond aan de plant. De plant behoort tot de familie van de ‘nachtschade’, net als de tomaat, aubergine, aardappel en paprika. Je zou dus verwachten dat de meloenpeer een groente is. Hij smaakt echter als een zoete sappige vrucht. Als de vrucht rijp is wordt de schil geel met paarse strepen. De plant is oorspronkelijk afkomstig uit het Andesgebergte in Zuid Amerika. De Indianen in het hooggebergte verbouwden de meloenpeer al als cultuurgewas voor de komst van de Spanjaarden. De vrucht is rijp als de schil onder lichte druk veert. Meloenpeer bevat veel vitamine C. De niet eetbare zaden in de centrale holte zijn makkelijk te verwijderen. Je kunt hem eten als een kleine meloen of schillen en in stukjes snijden. Het is een echte aanrader. Bijna iedereen zal deze ‘vrucht’ waarschijnlijk lekker vinden.
Rondwandeling op La Palma; Bezoekerscentrum-Reventon-el Pilar-bez.centrum.
Pittige maar zeer afwisselende dagwandeling.
De wandeling kun je beginnen bij, en combineren met het bezoekerscentrum van het nationale park. Het best kun je deze wandeling, volgens ons, maken met de klok mee. Dus eerst via het oude koningspad prlp 1 omhoog naar El Reventon. Dit is het oudste en voorheen belangrijkste wandelpad van La Palma. Het verbindt de vlakten van het Aridane dal aan de westzijde met de hoofdstad aan de oostkant van La Palma. Ondanks dat het steile pad met basaltstenen geplaveid is, of misschien wel juist daardoor, is het met vermoeide spieren lastig afdalen. Dat de stenen vaak bedekt zijn met dennennaalden, helpt ook niet om prettig af te dalen. Dus beter en veiliger is het om hier omhoog te wandelen. Op de graat kruis je de gr 131 die je volgt richting het zuiden. Dit deel van de gr 131 wordt gevormd door een piste waar je heel af en toe ook wat gemotoriseerd verkeer naar en van de zendmasten kunt tegenkomen. Het is niet het mooiste deel van de gr 131 maar ook niet erg zwaar. Bij El Pilar kun je eventueel in de recreatiezone je watervoorraad aan vullen. Vanaf El Pilar daal je dan vervolgens via de pr lp 14 weer langzaam af naar het bezoekerscentrum. Tegenover het bezoekerscentrum zijn ze op het moment bezig met de restauratie van Parilla Las Piedras. Het is natuurlijk afwachten hoe de kok, bediening en prijzen zullen zijn. Maar volgens ons een gouden lokatie om zonder wandelschoenen maar op slippers te (na)genieten van de wandeling en een heerlijke La Palma maaltijd.
Vogels op La Palma, de endemische alpenkraai of steenkraai van La Palma.
Het nationale teken van La Palma is de graja, ook wel alpenkraai of steenkraai genoemd. Deze vogel zou alleen maar hier op La Palma te vinden zijn. Deze stelling is mogelijk niet helemaal juist. In Noord Afrika, Gomera en Tenerife zouden misschien ook kleine populaties van deze soort te vinden zijn. Ken merkend voor de graja zijn de rode poten en snavel. De grajas leven voornamelijk in de bergen in de buurt van grote baranco’s. Daar vertonen ze hun spectaculaire simultane duikvluchten en laten zich in een thermiekbel weer naar boven voeren. Bij slecht weer in de bergen daalt de populatie uit baranco El Torre af tot de noordgrens van onze tuin. Vele vogelliefhebbers raken gefrustreerd in hun pogingen om een foto te maken van deze steenkraaien. Ze lijken vrij schuw. Wij hebben inderdaad met onze camera, met beperkte mogelijkheden, tijden vergeefs geprobeerd om ze op de gevoelige plaat vast te leggen. Dan zijn we een dag aan het barbecuen in de bergen en komen er twee grajas haast naast ons tafeltje, onverstoorbaar, larven uit een vermolmde boomstronk pikken. En, of de duvel er mee speelt. Op het moment van schrijven van dit stukje klinkt de kenmerkende hoge roep van een graja. Er zit er uitgerekend nu één in een amandelboom naast ons huis. Het zou een mooie foto zijn, maar ik bespaar me de moeite en teleurstelling.
La Cascada de las Nubes, de wolkenwaterval op het Canarische eiland La Palma.
Wandelend in de omgeving van Ermita de la Virgen del Pino dichtbij het bezoekerscentrum boven El Paso, heb je regelmatig zicht op de Cascada de las Nubes (de wolkenwaterval). Dit fenomeen ontstaat doordat aan de oostkant van La Palma de wolken zich samenpakken tegen de bergen. De wolken hangen meestal te laag om over de volle lengte van La Palma er overheen geduwd te worden. Het gebied tussen El Reventon en El Pilar heeft een hoogte van ‘slechts’ iets meer dan 1400 meter en is daarmee het laagste deel van de bergrug. Daar worden de wolken dan als het ware door een trechter over de graat heen gedrukt en rollen aan de andere kant naar beneden. Als je voor het eerst dit de spectakel vanaf de westkant van de bergrug staat te bewonderen denk je dat er slecht weer op komst is. Totdat je beseft dat de wolken aan deze kant van het eiland in record tempo oplossen. De wolkenwaterval op La Palma is een wondelijk natuurverschijnsel dat vele verschillende gezichten heeft.
Wandelen op La Palma; De GR 130, een ervaring rijker en een illusie armer.
We roepen al jaren dat we La Palma rond wilden wandelen over het oude koningspad, de Gr 130. Delen van deze wandeling hadden we al gedaan. Maar we hebben een hekel aan asfalt en waren nooit erg enthousiast om ook die delen te lopen. Er staan op het moment echter een aantal herbergen langs de route op het punt hun deuren weer te openen. Een mooie reden om de GR 130, in zijn geheel, zelf eens te ervaren en er een oordeel over te mogen vellen. Vanaf Los Llanos in zuidelijke richting vertrokken om tegen de klok in het eiland, in ongeveer een week, rond te gaan. Het stuk tussen Jedey via Fuencaliente tot aan Montes de La Luna in het zuid-oosten is zondermeer een leuke afwisselende wandeling. Maar dan begint het asfalt en de ellende. Aan de kleine delen van de route die niet over het asfalt lopen maar nog over de originele stukjes ‘koningspad’, is te merken dat er vrijwel geen gebruik van wordt gemaakt. Tussen Montes de la Luna en Mazo wordt je zelfs een aantal malen onder de weg doorgestuurd om dan via veel ongemak, zoeken en tijdverlies slechts een heel klein stukje verder alweer op het asfalt uit te komen. Op een gegeven moment ben je dat zo zat, dat je de net en soms onduidelijk geplaatste borden negeert en vrijwillig het asfalt volgt. Als je dan op 18 juni aan de oostkant van La Palma ook nog eens in de regen loopt met de wetenschap dat het aan de andere kant prachtig weer is, heb je geen zin in nog een dag asfalt. Zelfs de lust om een rustdag in te lassen voor blarenbehandeling ontbrak. We hebben de handdoek gegooid en zijn naar huis gegaan, naar de zon. De nog ontbrekende mooie delen van de GR130 gaan we nu doen als losse dagwandelingen en bij goed weer. Want er zijn hele mooie stukken van de GR 130, met name in het noorden. Maar wil deze rondwandeling interessant worden gemaakt voor touristen, moet er aan de oostkant van het eiland nog heel wat gebeuren. In onze ogen is het merendeel van de route tussen Montes de La Luna tot aan Puntallana volkomen oninteressant voor mensen die speciaal naar La Isla Bonita komen om haar via de GR 130 rond te wandelen.
Van éénmans actie tot groenten-en fruitmarkt. Boerenmarkt in Los Llanos.
Gedurende de eerste jaren dat wij op La Palma woonden, stond er bij ons onder aan de weg regelmatig een boer met een pickup met zakken aardappels die hij te koop aanbood. Later verhuisde hij naar de rand van Los Llanos in de schaduw onder de Eucaliptus bomen die daar staan. Al snel kreeg hij gezelschap van wat andere agrariërs, die er ook de voorkeur aan gaven hun producten rechtstreeks aan de man te brengen. Het had een sneeuwbal effect. Steeds meer boeren en handelaren vestigden zich op zondag morgen op het onverharde terrein onder de eucaliptussen. Het was een gezellige chaos. In de winter mochten ze bij slecht weer van de gemeente onder het afdak van de er naast gelegen Cancha staan. Vanaf dat moment begon de regulering. Je zag de ‘policia local’ met inteken lijsten de tafeltjes langsgaan. We kregen toen het angstige vermoeden dat dit wel eens het einde kon betekenen van de spontaan ontstane boerenmarkt. Dat viel gelukkig mee. Er kwam meer lijn in de gezellige chaos. Er zijn ongetwijfeld een aantal boeren afgehaakt. Maar de angst dat de markt volledig zou worden overgenomen door handelaren en sjaggeraars bleek ongegrond. De boeren met handelsgeest zijn gebleven. De gemeente Los Llanos heeft handig ingespeeld op de oorspronkelijke éénmans actie en heeft de markt verplaatst naar het centrum op de middenberm van Carretera Doctor Flemming. In de schaduw van de Indiase laurierbomen die daar staan is het zondagochtend gezellig druk. Nu deze bomen onlangs zijn gesnoeid staan de boeren allen onder een zelfde partytent. Het feit dat diverse koks van de wat betere restaurants een deel van hun ingrediënten hier vergaren, zegt genoeg. Alleen zijn we af en toe wat argwanend over het populaire bordje ‘biologico’, dat op toeristen gerichte handelaren soms bij hun producten hebben staan.
Reïncarnatie ? Beestenboel op La Palma.
Er werd een paar dagen geleden geklopt door Wolf(gang), één van onze gasten, die vertelde dat er een jong katje op de parkeerplaats lag. Of René even mee wilde lopen. Inderdaad, helemaal van de wereld ligt daar een minipoes in een hoopje bladeren te slapen. Tja, wat moet je anders. je kunt dat beestje daar niet laten liggen, dat overleeft hij niet in die felle zon. Bij het oppakken beet en krabbelde deze kleine tijger René in een laatste krachtinspanning. Het beestje was uitgehongerd, vel over been. We hebben er voorzichtig weer wat eten en met een pipet vocht in kunnen krijgen. We hebben hem Lobo (spaans voor wolf) genoemd, naar zijn vinder. Het toeval wil dat een tijdje geleden één van onze katten is overleden. Toen de kinderen onlangs bij een vriendje een nieuw katje uit een nest wilden hebben, vonden we dat niet goed. Veel Palmeros zien huisdieren een beetje als gebruiksartikelen. Wij proberen de kids toch bij te brengen dat wanneer je een huisdier neemt, je daar de rest van zijn leven voor moet zorgen. Dan hebben we vanaf nu een hele klus. Maar er zit vooruitgang in. Lobo is nog steeds erg bang. Maar zit niet meer de hele tijd te te blazen en snapt gelukkig eindelijk hoe een kattenbak werkt. Hij begint een klein beetje gewend te raken aan mensen. We denken dat het wel goed gaat komen. De kinderen doen er in ieder geval alles aan.
Het verloren eiland Atlantis.
In opdracht van Koning Filipe de Tweede van Spanje mocht ingenieur Leonardo Torriani aan het eind van de zestiende eeuw de verdedigingswerken van de Canarische eilanden versterken. Daarnaast moest hij onderzoek doen naar de waarnemingen van een eiland ‘San Borondon’ genaamd. Dit eiland zou ruim 500 km pal west van La Gomera moeten liggen. Maar volgens enkele van zijn ‘getuigen’ lag dat eiland echter precies in het midden tussen La Palma, El Hierro en La Gomera. Dat is toevallig! Precies op die plek verreist een onderwaterberg vanaf de zeebodem op 3500 meter diepte, tot slechts 700 meter onder het zeeoppervlak. Volgens de Griekse filosoof Plato bestond er tot, omgerekend 9500 jaar voor christus, een eiland Atlantis genaamd dat voorbij de zuilen van Hercules (straat van Gibraltar) lag. De hoofdstad van dit eiland Atlantis was rijk aan natuurlijke bronnen. Hoge bergen boden beschutting tegen de noordenwind. Er regeerden 10 koningen over dit paradijselijke eiland en de bewoners leefden er in volmaakte harmonie. In zijn overleveringen schrijft Plato dat Atlantis vergaan is in de grote vloed van Deucalon, de oud Griekse versie van het zondvloed verhaal. Nu is het een feit dat zowel de noordwestelijke helft van El Hierro als de westelijke helft van La Palma in de oudheid in zee zijn geschoven. Dit moet enorme vloedgolven teweeg gebracht hebben. Zou Atlantis dan toch een zustereiland van La Palma geweest zijn ?
Een nieuw fenomeen op La Palma, betaald parkeren.
Sinds enkele jaren hebben we in Los Llanos een parkeergarage aan het eind van ‘Enrique Menderos’. Liep ik zondag over de groente en fruitmarkt, valt me ineens het bord ‘libre’ (vrij) op. “Ja, dank je de koekkoek denk ik. Geen Palmero die daar parkeert. Die zijn dat niet gewend. Zij hebben nog nooit voor parkeren hoeven te betalen.” Thuis heb ik het er met Patricia over. Volgens haar zit ik er echter naast en wordt er tegenwoordig wel degelijk gebruik gemaakt van de parkeergarage. Het had even tijd nodig om er aan te wennen. Maar aan de vele kleuren autolak op de pilaren in de parkeergarage te zien, weten Palmeros en touristen tegenwoordig inderdaad de parkeergarage te waarderen. Kijk voor de lol even naar de foto met parkeertarieven. De toch al zeer schappelijke prijzen worden per minuut in rekening gebracht en niet naar het hele uur en naar boven afgerond.
Maar net als alle parkeergarages op La Palma zijn de parkeervakken erg smal. Dus beste touristen let hier op. Al in de parkeergarage van de luchthaven laten sommige chauffeurs wat kleurtjes op de pilaren achter.
Wandelen op La Palma, meerdaagse wandelingen en slapen in de bergen.
De geboorte van een nieuwe dag gezien vanaf Pico de La Nieve op een hoogte van 2232 meter. Dit vonden wij een mooie plek om te overnachten om de volgende ochtend de zon op te zien komen achter de Mar de las Nubes (wolken zee) die een groot deel van het jaar tegen de oostkant van La Palma samen gepakt hangt. Deze overnachting vond plaats tijdens een meerdaagse tocht over wandelroute gr 131 die voor de volle lengte over de graat van La Palma loopt. Deze route begint op zeeniveau bij de zoutpannen van Fuencaliente over de graat van de Cumbre Nueva( het jongste deel van La Palma) en gaat naadloos verder over de graat van de Cumbre Vieja (het oudste deel van La Palma) en voert je over de rand van de Caldera de Taburiente. Dit is de centrale erosiekrater die het hart van het eiland vormt. Na het hoogste punt van het eiland bereikt te hebben bij ‘El Roque de los Muchachos’ (2426meter) daalt de gr 131 weer af naar zeeniveau bij Tazacorte. Deze gr 131 is onderdeel van de Atlantische wandelroute E 7.
Wandelen op La Palma ; Markering van wandelpaden door steenmannetjes.
Steenmannetje.
Op la Palma is meer dan duizend kilometer gemarkeerd wandelpad. Het merendeel van deze paden zijn gemarkeerd door twee-kleurige codes. Deze kleurcodes staan dan bijvoorbeeld op een boom, muur, rotswand of grote steen geverfd. Af en toe is er dan een bordje met het nummer van de route en/of een naam, soms met het nog af te leggen aantal kilometers er bij vermeld. De bewijzering van de wandelingen op La Palma is goed en duidelijk. Op sommige wandelroutes die voornamelijk over rotsachtige bodem, door barrancos en over lavastromen voeren, staan steenmannetjes om het pad te markeren. Evenals op lokale paden die niet echt onderdeel uitmaken van het wandelwegennetwerk, maar voornamelijk door enkele locals worden gebruikt. Op deze routes, waar geen makkelijk en duidelijk begaanbaar pad te maken of onderhouden is, staan op onregelmatige afstand van elkaar deze piramide vormige pilaartjes om de wandelaar te helpen de best begaanbare ‘route’ te volgen. Meestal bestaan de steenmannetjes uit een stuk of vijf gestapelde platte stenen. Maar je treft soms echte kunstwerken aan dat je je afvraagt hoe het mogelijk is dat ze blijven staan. Ook zie je soms reusachtige steenmannen die de nodige arbeid en zweetdruppels gekost moeten hebben om te bouwen. Hoe groot of klein de steenmannetjes ook mogen zijn, belangrijk is dat ze in elkaars gezichtsveld staan. Je loopt op deze moeilijk zichtbare paden dus van steenmannetje naar steenmannetje. Wij hebben voor zulke wandelingen ons eigen steenmannetje bij ons.
Afbeelding van bloeiende orchidee in onze subtropische tuin op La Palma.
Jarenlang heeft de moeder van Tomás, onze tuinman, haar orchideeën vertroeteld. Maar ze wilden bij haar in de potten niet bloeien. Ze staan nu een jaar bij ons in de tuin en van de zeven planten, geven er vijf nu prachtige bloemen. Zo zie je maar dat al dat zingen voor je planten helpt, zelfs als het niet helemaal zuiver klinkt.
Jonge Canarische torenvalk op het Canarische eiland La Palma.
Tijdens een wandeling over de geitenpaadjes vanaf de Pico de Bejenado door baranco El Torre, naar huis, viel er een jonge torenvalk voor de voeten van Ramón. Waarschijnlijk een wat ongelukkige eerste vlucht van de vogel. Beide ouders scheerden over onze hoofden. We hebben het valkje in een amandelboom gezet, er op vertrouwende dat pa en ma voor het jong zouden blijven zorgen en verdere vlieglessen zouden geven.
Info over het ontstaan van lavatunnels en grotten op Canarisch eiland La Palma.
Een lavatunnel ontstaat als de bovenkant van een lavastroom afkoelt en stolt, maar het lava eronder nog vloeibaar is en verder stroomt. Er zijn op La Palma vele kilometers lavatunnel. Ze zijn echter niet erg stabiel en storten makkelijk in. De lavatunnel onder de lavavelden van de vulkaan San Juan bij Todoque is vanaf de ingang in westelijke richting goed te doen, maar in oostelijke richting door instortingen op diverse plaatsen tot dicht onder het plafond geblokkeerd. Helmen zijn overigens geen overbodige luxe. Deze hebben al menig hoofdletsel voorkomen.
Picknick op de flanken van montaña de Hiedra op het canarische eiland La Palma.
Tot voor enige generaties terug, werden de flanken van Montaña de Hiedra bij El Paso benut als akkers, finca’s en boomgaarden. Met de komst van de bananen in de lagere regionen en daardoor enige vorm van welvaard, worden de gronden hier sindsdien verwaarloosd. De natuur heeft de berg weer grotendeels in bezit genomen. De hellingen zijn een heerlijk gebied om een vrije veld wandeling te maken en te picknicken met een fantastich uitzicht over het Aridane dal, de bergen en de oceaan.
Kleurenpracht in de bermen van de wegen op het canarische eiland La Palma.
Als je in het voorjaar over de doorgaande wegen op La Palma rijdt, zou je haast denken dat ze de bermen en velden erachter speciaal voor ons geverfd hebben. Verbazingwekkend hoeveel verschillende soorten kruiden, grassen en wilde planten er tegelijkertijd in bloei staan. Afhankelijk van de plaats en hoogte op het eiland stralen de schitterende kleuren je gedurende verschillende periodes tegemoet.
Wandeling langs de oostwand van de Pico de Bejenado in de Caldera op La Palma.
Ondanks dat de wandeling ontraden wordt en er aangegeven wordt dat hij slechts te doen is door zeer ervaren bergwandelaars, is het pad van de Cumbrecita naar de mirador Cancelita toch een zeer interessante wandeling. Je moet inderdaad over een goede fysiek beschikken en zeker geen last van hoogtevrees hebben. Er zijn twee plaatsen gedurende deze wandeling waar het pad door steenlawines is verdwenen en je langs kettingen moet klauteren. Het is wel een heel indrukwekkend pad onder de basaltwanden van de Pico de Bejenado langs. En het uitzicht de krater in, is werkelijk fabelachtig. Het is tot nu toe ook de enige wandeling waar wij arrui’s (Atlasgebergte schapen) zijn tegengekomen.
Mountainbiken over de onverharde bospaden van het canarische eiland La Palma.
Mountainbiken wordt op La Palma steeds populairder. Niet alleen de tourist maar ook de lokale bevolking raakt er inmiddels door bevangen. Er zijn reeds een aanzienlijk aantal fietsroutes in diverse moelijkheidsgraden, door verschillende terreinen en over wisselende ondergronden. Heel populair zijn de downhill routes. Hierbij laat je je door één van de fietsverhuurorganisaties of door een bekende wegbrengen en is het gedurende vrijwel het hele traject vooral remmen geblazen.
Vogels op La Palma; zwerm alpenkraaien wordt verrast door wandelaars op La Palma.
De alpenkraai is het nationale teken van La Palma. Misschien bestaan er elders enige kleine populaties, maar op La Palma is het een endemische vogel. Hoewel de alpenkraai in flinke aantallen voorkomt op het eiland, is het niet altijd even makkelijk om er gericht foto’s van te maken. En dan ineens stuit je onverwacht op een grote zwerm van deze vogels en zou je de kans gehad hebben de gewenste foto’s te maken, maar ben je te laat.
Vissen op La Palma ; Foto van grootoogtonijn gevangen tijdens vissen op La Palma.
Tonijnen zijn één van de sterkste vissen die er zijn op La Palma. De grootoogtonijn is onder de tonijnen weer één van de sterksten. Dit komt o.a. doordat deze tonijnsoort is gebouwd om op grote diepte in zuurstofarm water te kunnen jagen. Hierdoor is de grootoogtonijn een vis met een groot uithoudingsvermogen die hoog op het verlanglijstje van menig sportvisser staat. Daarnaast is het vlees van deze vissen een ware delicatesse. Het exemplaar op de foto is dan ook veranderd in steakes, filets en biefstukken en, wat we niet vers en als sushi op konden, is in de vriezer verdwenen.
Genieten van een glas sangria bij zonsondergang op Playa Nueva op La Palma.
Daar La Palma zich op de steenbokskeerkring bevindt, duurt de schemerperiode minder lang dan in Nederland. Het schouwspel van zonsondergang duurt dus ook korter. Deze kan echter (zeker van september tot december) wel zeer intensief zijn. Tijdens zo’n moment van snel wisselende en vaak sprankelende kleuren, met al dan niet een glas sangria in je hand, besef je eens te meer dat het leven op La Palma goed is.
Roque Idafe in het nationale park Caldera de Taburiente op het eiland La Palma.
Roque Idafe is een oude lavapijp die bestaat uit vrij zeldzame gesteenten / mineralen. Je komt hem tegen tijdens de wandeling in het nationale park in de centrale krater van La Palma. Tussen de ‘Zona de acampada’en ‘Dos Aguas’ heb je er regelmatig zicht op. De eerste bewoners van La Palma, de Benahoares, vereerden deze zuil en brachten er offers bestaande uit dierlijk (geiten) slachtafval. Dit omdat ze er van uit gingen dat de zuil de hemel torste, en hopenlijk niet om zou omvallen door hem met offergaven gunstig te stemmen. En zie, het heeft geholpen. Roque Idafe staat nog altijd fier overeind en wij allen dragen geen blauwe hoed.
‘Los Indianos’ in Santa Cruz de La Palma, de belangrijkste carnavalsdag op La Palma.
De belangrijkste carnavalsfeestdag op La Palma is ‘Los Indianos'(de Indianen/Amerikanen). Op deze dag steken ze hier de draak met de vroegere emigranten die, na het in de kolonieën gemaakt te hebben, vermogend terug kwamen naar La Palma. Deze rijkdom lieten ze merken door hun witte kleding, kinderen in matrozenpakjes, slavinnen en hutkoffers vol met geld. Dit alles wordt tijdens Los Indianos, met uiteraard veel eten, drinken en muziek, nagebootst. Daarnaast bestookt iedereen elkaar met talkpoeder uit bussen tot aan ware talkpoederkanonnen. Van heinde en ver komen mensen naar La Palma speciaal voor deze dag. In 2010 waren er in onze hoofdstad 70.000 feestgangers. En dat op een eiland waar slechts 80.000 mensen wonen. Vrijwel iedereen is dronken maar er wordt niets gesloopt en je ziet totaal geen agressie. Is dat misschien hoe een feest gevierd hoort te worden ?
Wandelen op La Palma ; Wandelen in baranco El Torre op het eiland La Palma.
En dan na de dag van ‘Los Indianos’ een wandeling maken. Net voor de wandeling had Mario aan Ramón laten zien wat voor professionele wandelsokken hij had. Eén voor de rechtervoet met oranje gemarkeerd en die voor de linker met geel. Zijn we net op weg door een baranco omhoog, stop ik even om één van mijn schoenen wat strakker te strikken. Zie ik ineens dat ik ook een professioneel verschil tussen de rechter en linkerschoen heb. Er zit namelijk een oranje gemaleerde veter in de linkerschoen en in de rechter schoen een geel gemarkeerde veter. Nog sterker het zijn twee totaal verschillende schoenen……
Lekker spul die wijn van La Palma, maar wel een beetje koppig !
In de bergen op La Palma staan de Violeta del Teide en de La Palma brem in bloei.
In de hogere regionen van La Palma gaan vanaf maart de verschillende struiken en bomen bloeien. Hoe hoger je komt hoe later dit gebeurd. Het mooie hiervan is dat er dus een hele lange periode van al dat moois te genieten valt. Op de koudere bergruggen en pieken gebeurt dit soms pas in de zomer. Op la Palma kun je als tourist vrijwel altijd de temperatuur vinden die je zoekt. Voor de vegetatie ligt dit anders. Die moet wachten tot de juiste temperatuur bij hen arriveert.
Info over Cueva de Candelaria, van de beruchte piraat Francois Le Clerc, op La Palma.
Cueva de Candelaria werd rond 1550 bewoond en gebruikt als verscholen uitvalsbasis door piraten onder leiding van (Houten Poot) Francois Le Clerc. Deze had van het Franse hof kapersbriefen ontvangen. Hierdoor kon hij ‘legitiem’ Spaanse schepen overvallen die, vol rijkdommen uit Zuid-Amerika, La Palma aandeden. Later is deze beroemde Franse piraat, door betoonde moed en nut voor Frankrijk, tot de adelstand verheven. De Palmeros waren minder enthousiast over hem. In 1553 hebben hij en zijn mannen, op de terugweg van een rooftocht in de Caribean, Santa Cruz veroverd en deels plat gebrand. Nu staan er in de grot vakantiehuisjes van Palmeros en is het er in de zomer een gezellige boel. Er loopt een rondwandeling vanaf Tijarafe naar de Cueva, waarvan de terugweg omhoog redelijk pittig is. Je kunt er met de auto tegenwoordig dichtbij komen. Bij een rustige oceaan is het een heerlijk plekje om te zwemmen en snorkelen.
Een Agave Americana in bloei in de bergen op het Canarische eiland La Palma.
Agaves Americana’s zijn halverwege de zestiende eeuw op La Palma ingevoerd, waarschijnlijk vanuit Mexico. Het is een zeer langzaam groeiende plant die pas na vele jaren gaat bloeien. Hij krijgt een soort enorme erectie, wat zijn enige en laatste zal zijn. Op deze stengel komt een groot aantal bloemen. Nadat de bloemen uitgebloeit zijn valt de gigantische stengel om en komen er vaak op de plaats waar de stengel landt, nieuwe agaves te groeien. Er kan een nieuwe agave groeien uit een enkele cel van de plant, bloem of wortel. Uit deze agaves worden, voor zover ik weet, geen alcoholische dranken gestookt of touw geslagen. Waar de agaves op La Palma vooral voor gebruikt werden is als puntige bescherming van akkers tegen geiten en ezels.
Wandelen op La Palma ; Cubo de La Galga een wandeling door laurierbos vol varens.
Het noordoosten van La Palma is het vochtigste en daardoor ook het dichtst begroeide deel van het eiland, doordat daar vrijwel het hele jaar de bewolking van de passaatwinden over en door de vegetatie gevoerd wordt. De begroeing bestaat hoofdzakelijk uit laurierwoud met een zware ondergroei van reusachtige varens. Bij de parkeerplaats langs de doorgaande weg staat een informatiehuisje, waar je terrecht kunt voor meer wetenswaardigheden over de verscheidene wandelingen, flora en fauna in de groene omgeving van Cubo de La Galga. Dit gebied is één van de beste plekken om op zoek te gaan naar de twee inheemse soorten laurierduif. Ondanks dat de bevolking hier zeer veel onderhoud pleegt aan de paden, is het soms vechten tegen de bierkaai. Zo snel groeit het soms dicht en moet je jezelf op sommige paden haast met een kapmes door het groen heen worstelen. Gedurende de hele maand augustus viert de plaatselijke bevolking hier de feesten van hun beschermheilige San Bartolomé, die worden afgesloten met een feest in het keteldal van Cubo de La Galga. Veel eten, drank en dansen op lokale muziek, waarbij de tourist ook van harte welkom is.
Fauna van La Palma , De canarische hagedis is de enige ‘echte hagedis ‘ op La Palma.
De Gallotia Galloti, of in gewoon Nederlands de Canarische hagedis, behoort tot de familie ‘echte hagedissen’. Het vrouwtje is bruin gestreept van kleur. De mannetjes hebben, vooral in de paaitijd, blauwe stippen op de zijkanten van de romp en blauwe wangen. Ze komen vrijwel overal op La Palma voor. Van zeeniveau tot op het hoogste punt van het eiland op 2500 meter kom je ze tegen. Hoewel ze af en toe wel eens een insectje eten zijn het voornamelijk vegetariërs. Zo zijn ze bijvoorbeeld bij ons in de tuin gek op avocado en banaan. Heel frustrerend is het soms dat ze ook dol zijn op de blaadjes van nieuw geplaatste plantjes zoals bijvoorbeeld kamperfoelie en passievruchten. op zulke momenten zetten we zoonlief Ramón en een vriendje aan het werk om op hagedissenjacht te gaan. De gevangen hagedissen zetten we ergens anders in de buurt uit. In de hoop dat ze niet sneller in de tuin terug zijn dan wij.
Het internationaal sterrenwacht centrum voor het noordelijk halfrond op La Palma.
Op het hoogste punt van La Palma, ‘El Roque de Los Muchachos’ bevindt zich een internationaal sterrenwachtcentrum voor het bestuderen van het heelal boven het noordelijk halfrond. Nederland is voor veertig procent eigenaar van twee optische telescopen en een zonnetelescoop. La Palma is in een eeuwige strijd gewikkeld met het astrofysisch centrum in Chili, als er weer ergens een nieuwe telescoop geplaatst zal worden. Maar eigenlijk zijn het helemaal geen concurenten. Chili verkent immers het universum boven de zuidelijke hemisfeer. Er worden af en toe excursies georganiseerd naar het observatorium op La Palma. Hier zit echter geen regelmaat in en is dus vaak moeilijk te plannen tijdens een vakantie.
Vlinders op La Palma ; Info over monarchvlinders op het Canarische eiland La Palma.
Sinds 1880 is er ook een populatie van deze reislustige, van oorsprong Amerikaanse vlinders, op La Palma die zich zelf in stand weten te houden. De populaties houden zich op bij warme tot zeer warme droge plaatsen, zoals erosiegeulen. De vlinder komt ook voor in tuinen en parken. De populaties zijn doorgaans klein en zijn omgeven door landbouwgebieden. De rups van de Monarchvlinder in Amerika eet giftige zijdeplanten, hierdoor is hij giftig en dit gif wordt ook opgeslagen in het lichaam van de vlinder. Op La Palma zijn de planten die de rupsen van deze vlinder eten niet giftig. Toch lijkt het erop dat de vlinder door insectenetende vogels meer met rust gelaten worden dan andere vlinders. Wanneer er bij ons in de tuin, waar het af en toe wemelt van de vogels, monarchvlinders rondfladderen, hebben wij nog nooit gezien dat zij belaagd worden. Op La Palma gebruikt deze monarchvlinder als waardplanten de niet inheemse Asclepias curassavica en de gomphorcarpus fruticosus. De vlinders vliegen het hele jaar en planten zich ook gedurende het gehele jaar voort.
Wandelen op La Palma ; Wandeling door de Baranco de las Angustias op La Palma.
Op 15 minuten rijden van onze tuin ligt de parkeerplaats in de Baranco de Las Angustias (Kloof der angsten) die toegang geeft tot de centrale krater die het hart van La Palma vormt. De Spaanse veroveraars hadden alle Canarische eilanden onder controle, maar slaagden er niet in de stam Benahaores, onder leiding van koning Tanasau, die in de krater leefde te overwinnen. Ondanks de musketten en ijzeren wapens waarover ze beschikten waren de Spanjaarden niet opgewassen tegen de stenen die de simpele geitenhoeders van bovenaf de baranco in lieten rollen om daarmee steenlawines te veroorzaken. Vandaar de door de Spanjaarden gekozen naam ‘Kloof der Angsten’. De baranco is tegenwoordig echter een heerlijke plek om een wandelingetje te maken. Afhankelijk van de tijd van het jaar stroomt er steeds meer water door de bedding naarmate je verder stroomopwaarts komt. Vroeger bereikte het water gedurende driekwart van het jaar de zee. Tegenwoordig wordt er zoveel water voor de irrigatie van de bananen afgetapt dat het water alleen nog na hevige regenval bij Tazacorte in zee stroomt.
Parapente op La Palma; Parapenters in thermiekbel bij de Jedey Vulcano op La Palma.
La Palma is een walhalla voor parapenters. Van heinde en ver komen ‘piloten’ naar La Palma om de unieke omstandigheden hier mee te maken. Regelmatig worden er nationale en internationale wedstrijden gehouden. Tussen september en april zijn de meteorolgische omstandigheden voor parapente het best. Het is altijd een lust voor het oog om de kleurige schermen met hun bestuurders eronder over de bergen en oceaan te zien scheren. Er is in Puerto Naos een parapente club die de mogelijkheid biedt om een tandemvlucht te maken. Gekoppeld aan een gediplomeerde tandempiloot kun je dan zelf ervaren wat het is om vrij als een vogel door de lucht te zweven. Er zijn twee mogelijkheden. Een korte kennismakingsvlucht met de start op 240 meter boven zeeniveau en een vlucht langs de kliffen. Of een langere vlucht over pijnboombossen en de Jedey vulkaan na een ‘take-off’ op 940 meter boven zeeniveau. Beide vluchten eindigen op het strand van Puerto Naos.
Lente op La Palma ; Bloemen in alle mogelijke kleuren in de bermen op La Palma.
Van de week gingen we bij El Barrial, boven El Paso, op zoek naar het nest van buizerds die we daar eerder gezien hadden. In een poging om boven het nest te komen hebben we een hele klauterpartij moeten ondernemen. Uiteindelijk is het niet gelukt om het nest te ontdekken. Maar de omgeving verzachtte de arbeid. En de rit ertoe was werkelijk oogstrelend. Je zou haast gaan denken dat de mannen en de vrouwen van de Medio Ambiente (soort plantsoenendienst voor de vrije natuur) alles weer van verse kleuren hadden voorzien. Van het weekeinde maar weer eens op zoek naar de buizerds. Plakken we er een picknick aan vast.
Mountainbiken op La Palma; De afdaling naar Jedey is een hele klus voor amateurs.
” Ga je mee fietsen Ramon ?” “Is goed pa. Welke route gaan we doen?” ” Ik zat te denken aan de afdaling van Mirador de los Llanos del Jable, via Hoyo de la Sima, naar Jedey. Die hebben we nog nooit gedaan. Tenminste als je moeder zin heeft om ons met de auto omhoog te brengen.” Omhoog fietsen over het asvalt is namelijk erg tijdrovend en vinden we niet leuk. Dat is meer iets voor echte fietsers. Bij de wintersport zie je toch ook niet veel skieërs met de ski’s op de schouders door de sneeuw naar boven ploeteren? De route tot aan Hoyo de la Sima is een zaligheid. Na de afslag naar Jedey wordt het echter een hele klus om fatsoenlijk tussen de keien, boomwortels en gruishopen door te laveren. Halverwege worden we ingehaald door een andere mountaibiker, een echte. Alsof hij over een geasvalteerde weg rijdt, zo zoeft hij ons voorbij. Tja, je hebt fietsers en fietsers.
Fauna op La Palma; Alfredo de waterschildpad bij vakantiehuis Manta op La Palma.
Alfredo, of in gewoon Nederlands Fred, had samen met zijn vrouwtje een goed leven in de vijver bij ons eigen huis. Op een trieste dag overleed de dame van Fred echter. Zoals dat meestal gaat in huizen met kinderen, kochten we een aantal nieuwe schildpadjes. Maar die nieuwelingen zijn geelwang schildpadden terwijl de wang van Fred roodgekleurd is. “Wat maakt dat nu uit”, dachten wij, “voor de rest zijn ze hetzelfde”. Maar Fred dacht daar anders over en vertrok. Komt de tuinman hem een aantal dagen later tegen in de vijver van vakantiehuis Manta. Zo´n 200 meter verder en twee terrassen en trappen lager. Fred natuurlijk weer terug gezet bij zijn nieuwe ‘vrienden’. Een week later zat Fred weer bij Casa Manta. We hebben toen besloten om hem daar maar te laten, tot vreugde en vermaak van onze gasten in Manta.
Windmolen op La Palma; De windmolen Molino de Buracas bij Las Tricias, La Palma.
De wandeling naar de grotten van Buracas onder Las Tricias voert je langs de Molino de Buracas. Naar maatstaven van een inwoner van de lage landen, opgegroeid tussen tulpen, klompen en windmolens, mag dit bundeltje houten staken misschien niet de naam windmolen dragen. Maar een aantal generaties terug waren deze windkorenmolens haast van levensbelang voor de Palmeros. Vandaag de dag weten we dat vrijwel alles wil groeien op La Palma en beschikken we over koelmogelijkheden en adequaat transport. Maar toen, in de jaren van weleer, waren deze molens onmisbaar voor het maken van gofio. Uit dit gemalen en gebrande graan haalden de Palmeros een groot deel van de noodzakelijke nutriciën. Met Europees geld is er een nooit eindigend restauratie proces voor de molen begonnen. Helaas is dit weer een typisch voorbeeld van hoe subsidies verkeerd gebruikt worden. Het authentieke natuurstenen huisje onder de molen waarin het koren werd gemalen, is vervangen door een enorme ondergrondse betonnen bunker die iedere overeenkomst met het origineel ontbeert. Jammer, want de molens vormen een belangrijk stukje erfgoed van La Palma.
Gofio, van oudsher het ultieme krachtvoer voor de eerste bewoners van La Palma.
En wat krijgen anno 2013 de winnaars van de Spaanse kampioenschappen op de Engelse mijl die in La Palma gehouden werden? Kijk maar naar de zakken in de handen van de mannen rechts op de foto. Jawel gofio! Wat is dat dan wel die gofio dat ze er op La Palma zoveel waarde aan hechten. Gofio is een met molenstenen gemalen meel van geroosterde gerst, maïs en tarwe, donkerder van kleur dan gewone meel. Het is goedkoop, rijk aan eiwitten, vezels, mineralen en vitaminen en een essentieel onderdeel van het Canarisch volksvoedsel en het wordt gebruikt als bindmiddel voor soepen en sauzen er worden verschillende typisch Canarische gerechten mee bereid. Een van de bekendste gerechten met gofio op La Palma is uitgebakken spek in gofio gedoopt. Ondanks dat ze mij soms de ‘Kliko’ noemen, vind ik dit werkelijk niet te eten. In geitenmelk of bijvoorbeeld linzensoep, is een andere zaak. Al in de pre-spaanse tijd werd er op La Palma gofio gegeten. In tijden van voedselschaarste en tijdens de spaanse burgeroorlog, zijn hele volksstammen er op in leven gebleven.
Vissen op La Palma; Diepzeevissen op sixgill haai op het canarische eiland La Palma.
Sixgill haaien hebben zes kieuwspleten, vandaar de naam. De meeste haaiensoorten hebben er maar vijf. Overdag leven deze haaien bij de bodem op dieptes tussen 350 en 2000 meter. Het is één van de rovers die bovenaan de voedselketen staat. Ze kunnen meer dan 8 meter lang worden bij een gewicht van ver over de duizend kilo. Hij eet dan werkelijk ook alles. Deze haai heeft zich volkomen aangepast aan het leven in de donkere diepte en zijn zintuigen als ogen, reuk en detectie van electrische velden, zijn buitengewoon goed ontwikkeld. Voor de voedselindustrie is deze haai tijdens een Canadees onderzoek ongeschikt bevonden. Ze groeien te traag en planten zich te langzaam voort, om er een verantwoorde beroepsvisserij op uit te oefenen. Vertel dat de Aziaten maar eens ! De door ons gevangen exemplaren gaan op de foto en vervolgens wordt de haak met een betonschaar doormidden geknipt, zodat deze direct in twee delen uit de bek van de vis valt. En de kolos zwemt weer op zijn gemak terug de diepe duisternis tegemoet.
Wandelen op La Palma ; wandeling door het Laurierwoud bij Los Tilos op La Palma.
Het laurierwoud van Los Tilos is vernoemd naar de de Til (stinklaurier). Hier merk je overigens tijdens het wandelen weinig van. Het woud wordt voornamelijk gevormd door een vijftal verschillende subtropische laurierbomen met daaronder varens. Al deze groenblijvende laurierbomen worden gekenmerkt door leerachtige bladeren. De grootste van deze laurierbomen is de Apollonias Barbujana. Deze kan wel een hoogte van 25 meter bereiken. Zijn donkere hout is op La Palma erg geliefd voor het maken van meubels. In het tertiaire tijperk, zo’n 25 miljoen jaar geleden, bestonden de bossen in west Europa en noord Afrika voornamelijk uit dit type vegetatie. Door het milde en vochtige klimaat op sommige delen van Macaronesië (Canarische eilanden, Madeira, Kaap Verden en Azoren) hebben deze bomen alleen hier weten te overleven. Wees gerust, de dinosaurussen ontbreken. Wel komen er een aantal zeldzame vogels voor, zoals de blauwe vink en de twee soorten laurierduif. De sfeer die er hangt is die van een donker bos in een spannend en een beetje luguber sprookje. Er zijn een aantal wandelroutes mogelijk en op de parkeerplaats is een infocentrum bij het restaurant.
Flora op La Palma; Gele waterlelie in bloei op het Canarische eiland La Palma.
Tot twee jaar terug konden de kikkers in de vijver voor ons eigen huis kiezen uit diverse kleuren waterlelies om op libellen of vliegen te jagen. (De bestuiving van waterlelies gebeurt voor de verandering niet door bijen maar door vliegen.) De komst van een tiental geelwang waterschildpadden was echter het einde van alle andere kleuren dan geel. Heerlijk vinden ze de bladeren van de andere kleuren. We gaan maar weer opnieuw werken aan een andere vijver op het park, met daarin diverse kleuren lelies. Het was wel een heel vrolijk gezicht al die kleuren lelies die zich ‘s morgens openden en zich ‘s avonds weer sloten.
Wandelen op La Palma .Vanaf Los Tilos naar de bronnen van Marcos y Cordero.
Bij het wandelen door het laurierwoud Los Tilos kun je kiezen om het bij een korte en éénvoudige wandeling te laten. Maar je hebt ook de mogelijkheid om er een lange dagwandeling van te maken. Voor de echte wandelaars ligt hier een uitdaging, mits de baranco del agua niet gesloten is vanwege resente regenval en het hierdoor verhoogde gevaar op steenlawines. Deze wandeling moet niet onderschat worden. Bereid je voor op een paar uur stevig klimmen. Het eerste deel na Los Tilos is geen echt pad te noemen. Je moet soms over reusachtige keien zelf je weg zoeken van markering naar markering. Eénmaal uit de steile bedding van de baranco krijg je wel een pad. Het vervolg van deze wandeling PR LP 6 brengt je via een keur aan kunstig gemaakte traptreden van boomstammen, keien of uit de rotsen gehakt, naar de bronnen van Marcos y Cordero. Deze bronnen verschaffen de hoofdstad Santa Cruz de La Palma haar drinkwater. Onderweg kom je een uitgehakte grot tegen. Deze diende als schuilplaats en bivak voor de mannen die dit pad hebben aangelegd. Sta daar eens even bij stil als je met je tong op je knieën hier staat uit te rusten. Met een auto kun je hier niet komen. Dus dit pad is met louter spierkracht van mens en ezel tot stand gekomen.
Vlinders op La Palma ; Een gestreepte pijlstaart in een veld slangenkruid op La Palma.
Eerst bestond het vermoeden dat het hier om de dagaktieve kolibrivlinder ging. Maar bij nadere beschouwing bleek het een gestreepte pijlstaartvlinder te zijn. Dit zijn nachtvlinders die vooral in de schemerperiode actief zijn. Maar dit exemplaar was midden op de dag aan het smullen van de nectar uit de bloemen. Fantastisch om te zien hoe de vlinder zich van de ene naar de andere bloem in een veld slangenkruid verplaatste en dan stilhangend in de lucht, met zijn lange roltong de nectar uit de bloemen haalde. Slangenkruid dankt zijn naam aan het feit dat als je van boven in de bloemkelk kijkt, deze op de geopende bek van een slang lijkt. Dit plantje komt op grote delen van La Palma voor en staat een flink deel van het jaar in bloei.
Vissen op La Palma, Beroepsvisserij op sardines op het Canarische eiland La Palma.
Op La Palma vissen geen grote boten met sleepnetten of driftnetten. De beroepsvisserij hier gebeurt door een beperkt aantal kleine bootjes. Die proberen eerst met een ringnet sardines of makreeltjes als aasvis te vangen en daarmee met handlijnen of bamboestokken op grotere vissoorten als tonijn te gaan vissen. Om die aasvis te vinden varen ze dicht langs het strand op de grens van gekleurd en helder water. Op de boeg van de boot staan dan één of meerdere vissers met arendsogen op de uitkijk. Is er een school aasvis gevonden dan springt vaak één van de bemanningsleden, voorzien van snorkel en zwemvliezen, in het water om aan te geven waar de school zich bevindt. Wanneer hij denkt dat het het juiste moment is geeft hij een teken aan de stuurman om het net uit te varen. Dit laatste gebeurd door snel een circel rond de man in het water te varen en tegelijkertijd het net overboord te zetten. Deze wordt dan vervolgens aan beide uiteinden, met de hand, weer aan boord getrokken. De man in het water blijft binnen het net rondzwemmen om te proberen de vis tegen te houden totdat de kuil (het laatste deel) van het net kan worden dichtgetrokken. Aan de lichaamstaal van de vissers op te maken heeft de school aasvis deze keer kans gezien te ontsnappen.
Vogels op La Palma ; Biddende Canarische torenvalk op het eiland La Palma.
De canarische torenvalk van de westelijke eilanden is de oudere van de twee canarische ondersoorten van de gewone torenvalk die je in Nederland vindt. Qua uiterlijk zijn er een paar minieme verschillen. Evenals de gewone uitvoering heeft de canarische torenvalk een duidelijk verschil tussen man en vrouw, wat bij roofvogels uitzonderlijk is. De man heeft een grijs/blauwe kop en die van de vrouw is bruin. Ook voor wat gedrag zoals het bidden op zo’n 10 tot 20 meter boven de grond, speurend naar een prooi, gedraagt de canarische torenvalk zich hetzelfde als de gewone torenvalk. De canarische uitvoering is ook gek op grote insecten. Maar waar het dieet van zijn volle neef hoofdzakelijk uit zoogdieren ter groote van een muis bestaat, eet dit canarische familielid voornamelijk hagedissen. De Canarische torenvalken doen het goed op La Palma. Je kunt ze werkelijk overal tegenkomen, vanaf zeeniveau tot op de hoogste top van twee en halve kilometer. Wij hebben hier in de tuin in twee afzonderlijke yucas twee nestelende paartjes torenvalken. Opmerkelijk om te zien is dat die harmonieus samenleven met zangvogels die soms ook in de zelfde yucas nestelen.
Flora op La Palma ; Strelitzia nicolai in bloei op het canarische eiland La Palma.
Op het vliegveld of andere min of meer touristische plaatsen op La Palma zie je vaak de oranje ‘paradijsvogelbloemen’ van de Strilitzia reginae te koop. Er zijn vier soorten strelitzia’s die alle vier uit subtropisch Zuid Afrika afkomstig zijn. Tegenwoordig kun je ze in botanische tuinen over de hele wereld bewonderen, dus ook in die van ons. De hierboven afgebeelde bloem is die van de Strelitzia nicolai, de grootste van de vier. Deze strelitzia kan wel een hoogte bereiken van meer dan 10 meter. Een andere naam voor deze plant is ‘white bird of paradise’. Het schutblad van de bloem is tot wel 35 cm lang. Mocht je deze bloem als souvenier mee terug willen nemen naar Nederland, zal je waarschijnlijk extra bagageruimte in het vliegtuig moeten reserveren. Sommige van onze gasten verwarren deze plant, vanwege de gelijkenis van de grote bladeren, met een bananenplant. Die staan er echter meer dan genoeg op La Palma en zijn we juist langzaamaan uit de tuin aan het verwijderen.
Vogels op La Palma ; Kuhls pijlstormvogel op het Canarische eiland La Palma.
De Kuhl stormvogel (Calonectris diomedea borealis) is op de atlantische oceaan bij La Palma de meest voorkomende stormvogel van de vier soorten die er waargenomen kunnen worden. Deze stormvogel legt, net als de meeste andere stormvogels, één ei in een kuil op een rotsachtige puinhelling. De vogel broedt alleen ‘s nachts op het ei. De broedtijd is in de periode van mei tot oktober. De rest van het jaar verblijft de stormvogel op de open oceaan. Hoewel deze pijlstormvogel wel vaker bij de kust komt dan andere stormvogels. Op La Palma leeft deze stormvogel voornamelijk van vis, kuit kwallen en inktvisachtigen welke laatsten ‘s nachts aan de oppervlakte komen. Deze vogels hebben voor zover ik weet geen broedkolonie op La Palma maar migreren met jagende scholen vis en dolfijnen mee over de atlantische oceaan rond de Azoren, Madeira en de Canarische eilanden.
Flora op La Palma ; De verbouw van avocados op het Canarische eiland La Palma.
Een tijdje hebben een groot aantal boeren op La Palma geprobeerd door de verbouw van avocado’s minder afhankelijk te zijn van de monocultuur van de bananenteelt. Bovendien groeien de avocado’s op koelere, hoger gelegen gebieden dan de bananen. Een aantal jaren is dat lucratief geweest totdat de avocado’s van La Palma van de markt gedrukt werden door die uit Mexico en Israel. Op La Palma wordt de Hass avocado verbouwd, die als hij rijp is een geribbelde zwarte schil heeft. Volgens liefhebbers is deze avocado de lekkerste soort. De vrucht kan ongeveer een vuist groot zijn. Naast vitaminen zit er ook veel oliezuur in, een enkelvoudig onverzadigd vetzuur dat gunstig is voor het cholesterolgehalte van het bloed. Daarnaast zijn ze een rijke bron aan kalium, een mineraal dat je hart en bloedvaten gezond helpt houden. Ook het vezelgehalte mag er met 10 gram per vrucht wezen. En dat is weer goed voor de werking van de darmen. Er zijn verschillende soorten avocado’s. Onze tuin is, voordat het een botanische tuin werd, in gebruik geweest als avocado finca. Er staan nog altijd een vijftigtal avocadobomen die we langzaam aan vervangen door andere bomen of palmen. We laten er natuurlijk wel een aantal staan voor eigen consumptie en die van onze gasten. Eén van mijn favouriete voorgerechten is een halve avocado gevuld met garnalen. Garnalen zijn echter een cholesterolbom. Maar aangezien avocado dit neutraliseerd, kan ik die andere helft ook nemen.
Walvissen en dolfijnen bij La Palma; Potvissen bij het canarische eiland La Palma.
De gewone potvis (Physeter macrocephalus) is de grootste der tandwalvissen. Deze walvisachtigen verblijven over het algemeen in de zomer in noordelijke wateren en in de winter in (sub)tropische gebieden. Rond La Palma kun het gehele jaar zowel individuele exemplaren als groepen aan treffen. De groepen die voornamelijk uit vrouwtjes met hun jongen bestaan zijn hier voornamelijk in het voorjaar, de mannen in de winter. Deze mannelijke exemplaren kunnen 18 meter lang worden bij een gewicht van 57 ton. De vrouwen worden aanmerkelijk kleiner met hun 12 meter en gewicht van 24 ton. Gewone potvissen hebben de grootste hersenen van alle dieren op aarde. In hun kop die een derde van hun lichaamslengte vormt, zit een vloeistof die reageert op temperatuur en druk en zo de potvis helpt bij het regulieren van zijn drijfvermogen bij de overgang van de enorme drukverschillen tijdens de diepe duiken. Deze zoogdieren kunnen wel tot haast 3 km diep duiken en meer dan 2 uur onder water blijven. Met behulp van een sonar die tot 10 km ver draagt, jagen ze voornamelijk op reuze pijlinktvissen. In de darmen van potvissen zitten vaak klompen grijze amber. Voor de potvis is dit een afvalproduct waar hij last van heeft. In de parfum industrie is deze amber echter een vermogen waard als drager van diverse stoffen en luchtjes.
Atletiek op La Palma. De Transvulcania,ultra-marathon over de bergen van La Palma.
Gisteren, 11 mei, is voor de vierde keer de Transvulcania gehouden. Als je nog op hardloop gebied een uitdaging zoekt moet je maar eens googelen op transvulcania ‘salomon nature-trails’. Er waren deze vierde editie meer dan 2400 deelnemers uit een groot aantal landen. Het parcours is de wandelroute pr-lp 131 plus wat aanvullingen. De afstand van deze bergrace bedraagt 83,3 km, met een totale stijging van 4.415 meter en een totale daling van 4.110. De winnaar van dit jaar was Kilian Jornet in een nieuwe recordtijd van 6.54.09 uur. Wat een beest ! Voor de meeste van ons gewone stervelingen is het wandelen van deze route al een hele prestatie.
Flora op La Palma, de drakenbloedboom op het Canarische eiland La Palma.
Drakenbloedbomen (Dracaena draco) komen uitsluitend op de Canarische eilanden, Kaapverden en Madeira voor. Het is een zeer langzaam groeiende plant. Doordat het een éénzaadlobbige plant is, is het niet mogelijk de leeftijd vast te stellen door het tellen van jaarringen. Het schatten van de leeftijd gebeurd door het tellen van vertakkingen. Dit is echter een onnauwkeurige methode. Het merendeel van de wetenschappers gaat er echter wel vanuit dat de Drago, zoals deze op La Palma wordt genoemd, duizenden jaren oud kan worden. De boom komt aan zijn naam doordat er uit kneuzingen van de boom een sap/hars loopt dat bij blootstelling aan zonlicht rood kleurt. In de middeleeuwen dacht men dat dit bloed van draken was. Voor de oorspronkelijke bewoners (Benahaores) speelde de boom een belangrijke rol binnen hun religie. Het ‘drakenbloed’ werd gebruikt bij de bereiding van medicijnen en voor het balsemen van hun doden.
Fauna op La Palma; Kleurige libellen boven de vijvers in de tuin op La Palma.
Bij de diverse vijvers in de tuin is het meestal een drukte van belang met o.a. vogels, vlinders, hagedissen en 2 soorten libellen. De vuurlibel, een korenbout, waarvan de man rood en de vrouw bruin is. En de grote keizerlibel, een glazenmaker, in de kleuren blauw (man) en groen (vrouw). De beiden soorten vormen bij de voortplanting het voor libellen zo kenmerkende paringswiel. De vuurvlinder doet dat echter in de lucht en de man blijft de vrouw vast houden terwijl ze de eitjes al vliegend één voor één over het wateroppervlak verspreidt. De grote keizerlibel paart in een boom en het vrouwtje daalt daarna af naar een waterplant om daar de eitjes te leggen. Bij gebrek aan een toestel met een goede telelens moest René zonodig de vijver in om de ontbrekende foto van zo’n groene libel te maken. Tot tweemaal toe werden de libellen echter opgeslokt door kikkers voordat hij ze op de gevoelige kon vastleggen. Dit tot grote hilariteit van de rest van het gezelschap, die zich toch al kostelijk vermaakten over die ouwe vent in zijn onderbroek in de vijver.
Milla urbana solidaria voor Cristian in Los Llanos op La Palma.
We hebben het hier thuis wel eens over La Palma als een boerenkooleiland, met al zijn beperkingen. Maar vandaag liet de bevolking weer eens zien waar dit kleine eiland groot in kan zijn. Ten bate van Cristian, een ernstig ziek ventje van nog maar drie jaar oud, werd een spontane actie georganiseerd. Een hardloopwedstrijd waarvan het inschrijfgeld bedoeld is om Cristian en zijn ouders naar Barcelona te verhuizen voor verdere behandeling van zijn ziekte.
Er waren meer dan 800 deelnemers, waarvan enkelen ook hun viervoeter inschreven om zo nog meer inschrijfgeld te kunnen doneren. Er waren medailles voor alle categorieën (uiteraard gesponsord). Ook fantastisch om te zien was dat de echte kanonnen, de prijzen aan de mindere goden lieten. We waren er gewoon om Cristiaan en zijn familie te steunen, niet om te winnen. Vandaar ook dat René, voor de verandering, in het zelfde groepje over de finisch kwam van atleten waar hij normaal alleen maar bij de start een stofwolk van ziet. Heel hartverwarmend dat samenhorigheids gevoel op zo’n boerenkooleiland.
Wandelen op La Palma ; Wandelen in het gebied van Hoyo del Rehielo.
Waar is het Noorden ?
Ook hier op La Palma, gaan kinderen op de lagere school op werkweek. Mayra is net terug van een weekje Barcelona. Ramon is een maand eerder een aantal dagen naar Albergue San Antonio geweest. Ik moest laatst tijdens een boswandeling ineens terug denken aan mijn eigen werkweek op de lagere school, heel lang geleden. Vlak voor die werkweek had meester Veenstra ons een aantal oriëntatietruukjes geleerd. Dit, met oog op de dropping die we zouden gaan doen. Eén ervan is me altijd bijgebleven. Als je wilt weten waar het noorden ligt, moet je kijken waar het mos op de stam van een boom zit. Wandelend bij Hoyo del Rehielo had ik echter niet veel aan die wijze lessen van meester Veenstra. Dit gebied ligt onder de ‘Mar de Nubes'( wolkenzee). Dit zijn de samengepakte wolken tegen de oostkant van de Cumbre Nueva. Door de vrijwel altijd vochtige lucht zijn de stammen hier vaak rondom bedekt met mos. Maar goed dat de paden op La Palma zo goed gemarkeerd zijn en dat deze wandeling geen dropping was. Bovendien hebben we tijdens deze uitjes altijd een goede kaart bij ons en een kompas.
meer foto’s home fotoblog vakantiehuizen
Beleef La Palma !