Optocht met puntmutsen op La Palma.
Op witte donderdag waren we naar de andere kant, naar Santa Cruz de La Palma, gereden. Mensen kijken, een waar feest als er cruiseschepen in de hoofdstad aangemeerd liggen. We moesten toch wat spullen ophalen bij Ikea. De dag er na op goede vrijdag scheen de zon bij ons, maar door de zeldzame westen wind was het toch niet zo aangenaam als wij, verwende typetjes, wensten. Hopla, weer naar de andere kant om daar te wandelen. Kwamen we bij Santa Cruz, besloten we om via de oude weg in de stad af te dalen en een stadswandeling te gaan maken.
Zegt Patricia; ” Als we maar niet tegen die puntmutsen aanrijden.” ” Puntmutsen ?”, vraagt René verbaasd. ” Ja joh, een soort Ku KLux Klan maar dan anders. Op goede vrijdag zijn er overal processies.” Had Flo nog nooit gezien. Tijdens het wandelen door de hoger gelegen achteraf straatjes van Santa Cruz valt op dat hoe verder je van de kust komt hoe minder de particuliere gebouwen vaak onderhouden worden. Jammer. Want er zitten juweeltjes tussen die door de tand des tijds wel danig zijn aangetast en waarvan zelfs de balkonnen deels zijn vergaan.
Dichter bij de oceaan worden de balkonnetjes gelukkig wel goed onderhouden en als er wat te doen is zoals deze week, met bloemen versierd. Patricia vertelde dat de dichtgetimmerde hokjes op de balkonnetjes toiletten waren en dat vroeger de uitwerpselen gewoon naar beneden vielen. Dat leek René sterk. ” Hoe deden ze dat dan bij de gebouwen waar de toiletten boven elkaar zitten. Dat zou lekker zijn zeg.” Hij denkt dat het gewoon in emmers werd opgevangen, net als nog bijvoorbeeld in Zweden bij veel recreatiehuisjes. Ook niet fris, maar nog wel te doen.
Het was in het lagere deel van Santa Cruz druk. Vanwege de processie natuurlijk. Er waren zelfs, ondanks goede vrijdag, veel winkels open. Terwijl Patricia een modezaak in duikt zegt ze tegen René dat die maar even de etalage van de gebakswinkel er naast moet gaan bewonderen. Staat hij te kwijlen voor het raam, ziet hij een lekkernij met een wel heel bijzondere naam: ‘farton’ (grote scheet). Die moest hij natuurlijk proberen. Smaakte gelukkig nergens naar. We moesten lachend denken aan Ramon die als kind zijn moeder appte; ‘Papa lat een dike sjeit.’
Indrukwekkend die processie. We dachten dat we het gezien hadden maar even later lopen we weer tegen een andere groep aan. De verschillende kerken hebben waarschijnlijk ieder hun eigen optocht die ze binnen bepaalde marges invulling geven. Speciaal vonden wij de diverse personen die blootvoets met kettingen aan hun enkels door de straten schuifelden. Wij hebben op moeten zoeken op welke bijbelse gebeurtenissen de diverse dagen betrekking hebben. Kan dat nog wel op google en wikipedia? Of is dit onderwerp nu ook al gepolitiseerd ?
We zagen in de hoofdstraat twee restaurantjes naast elkaar die op hun borden beiden een zelfde 3-gangen menu, inclusief een drankje, voor een tientje aanboden. “Zouden die bij elkaar horen of een hekel aan elkaar hebben? Weet je wat, jij gaat bij de ene, ik bij de andere, aan de 2 tafels die het dichtst bij elkaar staan. Zul je zien dat mijn eten een culinair hoogtepunt is, dat van jouw niet te vreten”, lachte René. Bleken bij elkaar te horen. De Smurf geluk. Zitten nu weer een nachtje zelf in Magica. Doen we steeds vaker als het even kan. Heel andere omgeving en uitzicht dan waar wij wonen. Laten ook iedere keer meer eigen spullen in de garage achter. Hoeven we steeds minder heen en weer te slepen.